Bijenkasten
Introductie
In de historie van het bijenhouden is er lang vooral met bijen-behuizingen van goedkope materialen als stro en buntgras in VASTE bouw geïmkerd. Op een bepaald moment waren er ook al wel bijenkasten met toplatten (zoals de Dzierzonkast en de Bevankast) maar die werden niet direct grootschalig geadopteerd.
Pas nadat Langstroth in 1851 in zijn Langstrothkast als eerste de bijenruimte in de gehele kast toepaste, en daarmee voor het eerst echt gemakkelijk uitneembare ramen introduceerde, pas daarna was de LOSSE bouw een feit en volgde de definitieve opkomst van de bijenkast. In bijenkasten (van hout en sinds 1971 - met de komst van de Segeberger - ook van extra stevig piepschuim) is die bijenruimte immers gemakkelijker toe te passen, en vol te houden dan in bijenbehuizingen van stro of buntgras die sneller vervormen.
Onderstaand volgt een opsomming van verschillende geïdentificeerde bijenkasten, en elders op Imkerpedia is er ook een opsomming van bijenkorven, bijenklossen, overige bijenonderkomens, en nog niet geïdentificeerde bijen-behuizingen
Een overzicht van bijenkasten[1]
Voetnoten
- ↑ In deze lijst staan geen synoniemen opgenomen. Een door u gezochte kast kan dus onder een ander naam in de lijst staan. In dat geval kunt u wellicht beter de zoekfunctie met de knop 'Zoeken' gebruiken, aangezien de synoniemen voor een kast vaak wel in de tekst van de betreffende kast worden genoemd.