Condenswater
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
De hier besproken condensatie betreft het natuurkundig verschijnsel dat gas- of dampvorm bij afkoeling overgaat naar een vloeibare vorm.
In concreto gaat het hier dan om in de lucht zittende waterdamp die bij afkoeling overgaat in water, en dan met name om de condensatie aan koude oppervlakten - zoals de kastwanden en raten in een bijen-behuizing - waardoor deze nat worden.
Dit condenswater kan in de winter in een bijenkast zowel nadelen als voordelen hebben:
- het kan langs de wanden naar beneden druipen en daar een plas water doen ontstaan
- zo'n plas water kan behoorlijk vies worden en de bodem aantasten,
- zo'n plas water maakt het voor de bijen lastig om op een mooie dag naar buiten te kunnen; zo lastig zelfs dat het bijen kost
- om die reden wordt een kast in koudbouw ook wel naar voren gekanteld zodat het water gemakkkelijk naar buiten kan wegstromen.
- het koude condenswater aan de bovenkant kan in koude druppen op de wintertros vallen terwijl deze juist probeert op temperatuur te blijven.
- condenswater leidt op de natte plekken tot meer ziektekiemen en meer beschimmeling die de houten kastmaterialen aantast
- als het buiten de bijenkast te koud is dan kan het condenswater juist ook een welkome bron van water zijn.
Het in de bijenkast ontstaan van condenswater kan op de volgende manieren worden tegen gegaan:
- Meer isolatie zodat er minder sprake is van koude oppervlakten (zoals bij kasten van EPS,
- Meer ventilatie