Actieradius van de haalbij: verschil tussen versies

Uit Imkerpedia
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
k
 
(5 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven)
Regel 1: Regel 1:
Bij het halen van de diverse grondstoffen ([[nectar]], [[water]], [[stuifmeel]], [[propolis]]) zal de haalbij zich maximaal 3 kilometer van de bijenwoning verwijderen.
+
De '''actieradius van de haalbij''', de afstand vanaf het bijenvolk waarbinnen de [[haalbijen]] de diverse grondstoffen ([[nectar]], [[water]], [[stuifmeel]], [[propolis]]) halen, is normaal gesproken maximaal 3 kilometer.
Dit is overigens alleen onder goede weersomstandigheden, anders is die actieradius kleiner.
 
  
Als je een bijenvolk op een andere stand wilt plaatsten dan dient die stand dus minstens (2 x 3 =) 6 kilometer van de oude stand weg te liggen. Bij volken met voornamelijk jonge bijen (zoals bijvoorbeeld [[bevruchtingsvolkje|bevruchtingsvolkjes]] en [[schudzwerm|schudzwermen]]) mag dat minder zijn omdat deze voornamelijk bestaan uit jonge bijen die nog niet ver van de oude standplaats zijn weggeweest (alleen voor ontlasten en [[oriënteren]]).
+
 
 +
Als je een [[verplaatsen van een bijenvolk|bijenvolk wilt verplaatsen]] dan moet je uiteraard met deze actieradius van de haalbij rekening houden.
 +
 
 +
 
 +
Onder de volgende omstandigheden is de actieradius anders dan 3 kilometer:
 +
* Nabij het bijenvolk heerst schaarste.
 +
** Als er nabij het bijenvolk geen nectar meer is te vinden (waarbij er dus ook al [[roverij]] kan optreden), terwijl er op grotere afstand wel veel dracht is (zoals bijvoorbeeld heidevelden op afstand) dan wordt er zelfs nog wel tot op 10 kilometer van het bijenvolk gefourageerd<ref>M.Beekman, F.L.W.Ratnieks. Long-range foraging by the honey-bee, Apis mellifera L. Functional Ecology, 2000 14, 490–496.</ref>.
 +
* Nabij het bijenvolk heerst overvloed.
 +
** De opbrengst vanaf een drachtgebied neemt af naarmate de afstand tot een drachtgebied toeneemt. Met elke 100 meter afstand neemt de opbrengst met 5% af. Het normale rendabele vliegbereik ligt hierdoor binnen 1,5 to 2 kilometer<ref>J.J. Speelziek. Werkboek bijenhouden. 1996, blz. 84</ref>. De bijen zullen niet ver halen wat dichtbij verkrijgbaar is. Bij overvloed is de actieradius dus kleiner.
 +
* Koude weersomstandigheden (zoals in het voorjaar of het late najaar) . In dat geval is de actieradius kleiner.
 +
* Het volk bestaat vooral uit jonge bijen.
 +
** Bij volken met voornamelijk jonge bijen (zoals bijvoorbeeld pas opgezette [[bevruchtingsvolkje|bevruchtingsvolkjes]] en [[schudzwerm|schudzwermen]]) is de actieradius kleiner, omdat deze jonge bijen nog niet ver van de oude standplaats zullen zijn weggeweest (alleen voor ontlasten en [[oriënteren]]).
 +
 
 +
 
 +
==Voetnoten==
 +
<references />

Huidige versie van 12 dec 2016 om 16:12

De actieradius van de haalbij, de afstand vanaf het bijenvolk waarbinnen de haalbijen de diverse grondstoffen (nectar, water, stuifmeel, propolis) halen, is normaal gesproken maximaal 3 kilometer.


Als je een bijenvolk wilt verplaatsen dan moet je uiteraard met deze actieradius van de haalbij rekening houden.


Onder de volgende omstandigheden is de actieradius anders dan 3 kilometer:

  • Nabij het bijenvolk heerst schaarste.
    • Als er nabij het bijenvolk geen nectar meer is te vinden (waarbij er dus ook al roverij kan optreden), terwijl er op grotere afstand wel veel dracht is (zoals bijvoorbeeld heidevelden op afstand) dan wordt er zelfs nog wel tot op 10 kilometer van het bijenvolk gefourageerd[1].
  • Nabij het bijenvolk heerst overvloed.
    • De opbrengst vanaf een drachtgebied neemt af naarmate de afstand tot een drachtgebied toeneemt. Met elke 100 meter afstand neemt de opbrengst met 5% af. Het normale rendabele vliegbereik ligt hierdoor binnen 1,5 to 2 kilometer[2]. De bijen zullen niet ver halen wat dichtbij verkrijgbaar is. Bij overvloed is de actieradius dus kleiner.
  • Koude weersomstandigheden (zoals in het voorjaar of het late najaar) . In dat geval is de actieradius kleiner.
  • Het volk bestaat vooral uit jonge bijen.
    • Bij volken met voornamelijk jonge bijen (zoals bijvoorbeeld pas opgezette bevruchtingsvolkjes en schudzwermen) is de actieradius kleiner, omdat deze jonge bijen nog niet ver van de oude standplaats zullen zijn weggeweest (alleen voor ontlasten en oriënteren).


Voetnoten

  1. M.Beekman, F.L.W.Ratnieks. Long-range foraging by the honey-bee, Apis mellifera L. Functional Ecology, 2000 14, 490–496.
  2. J.J. Speelziek. Werkboek bijenhouden. 1996, blz. 84