Alarmferomonen

Alarmferomonen leiden tot alarmering van andere werkbijen (met name wachtbijen en soldaten), en uiteindelijk tot het aanvallen en steken van de indringer of bedreiger.

Onze honingbij produceert verschillende alarmferomonen uit verschillende klieren:

• Alarmferomonen geproduceerd door de Koschevnikow klier:
  • Deze alarmferomonen bestaat uit meer dan 40 stoffen, waarvan de meeste vluchtig zijn.
  • Deze alarmferomonen komen vrij wanneer een werkbij haar angel ontbloot, en dus ook wanneer de werkbij een steek geeft. In het laatste geval trekken deze feromonen andere werkbijen aan om (op dezelfde plek) ook te steken.
  • De werking van deze alarmferomonen wordt versterkt door andere feromonen uit het angelapparaat (geproduceerd door de angelschede en het borstelmembraan).
  • Sommige imkers vinden dit feromoon naar banaan ruiken.
• Alarmferomonen geproduceerd door de kaakklieren:
  • Deze alarmferomonen (waaronder 2-heptanon) zijn 20 tot 70 keer minder krachtig dan de alarmferomonen die door de Koschevnikow klier worden geproduceerd.
  • Deze alarmferomonen worden vooral geproduceerd door oudere bijen (wachtbijen, soldaten en haalbijen). Haalbijen lijken deze feromonen ook te gebruiken om van een bloem aan te geven dat deze reeds is bezocht. Ze hebben dan dus een afstotend effect.

Een van de effecten van het in een bijenvolk toedienen van rook is het maskeren van deze alarmferomonen.

Navigatie

• Meer over (andere) feromonen bij onze honingbij.