Apis mellifera: verschil tussen versies

Uit Imkerpedia
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Regel 1: Regel 1:
 
[[image:Verspreidingsgebied-mellifera.jpg|thumb|300px|right|Het natuurlijke verspreidingsgebied van onze westerse honingbij. Ook in geheel Afrika en het Midden-Oosten dus!]]
 
[[image:Verspreidingsgebied-mellifera.jpg|thumb|300px|right|Het natuurlijke verspreidingsgebied van onze westerse honingbij. Ook in geheel Afrika en het Midden-Oosten dus!]]
De ''' ''Apis mellifera'' '''<ref>In de tiende druk van «Systema Naturae» van 1758 gaf Linnaeus aan onze honingbij de naam Apis mellifera (honingdraagster). Later realiseerde hij zich dat de honingbij geen [[honing]] maar [[nectar]] draagt. In de twaalfde druk veranderde hij dat in Apis mellifera daarom in Apis mellifica (honingmaakster) en ook deze laatste benaming wordt nog veelvuldig gebruikt.</ref> (in de volksmond ook wel de westerse- of de europese honingbij genoemd) is slechts één van de soorten uit het geslacht ([[Apis]]), en komt van nature alleen voor in Europa, Afrika en het uiterste westen van Azië. Dit verspreidingsgebied is dus anders / groter dan de namen '''westerse honingbij''' of '''europese honingbij''' doen vermoeden.
+
De ''' ''Apis mellifera'' ''' (in de volksmond ook wel de westerse- of de europese honingbij genoemd) is slechts één van de soorten uit het geslacht (''[[Apis]]''), en komt van nature alleen voor in Europa, Afrika en het uiterste westen van Azië. Dit verspreidingsgebied is dus anders / groter dan de namen '''westerse honingbij''' of '''europese honingbij''' doen vermoeden.
  
  

Versie van 18 okt 2011 21:17

Het natuurlijke verspreidingsgebied van onze westerse honingbij. Ook in geheel Afrika en het Midden-Oosten dus!

De Apis mellifera (in de volksmond ook wel de westerse- of de europese honingbij genoemd) is slechts één van de soorten uit het geslacht (Apis), en komt van nature alleen voor in Europa, Afrika en het uiterste westen van Azië. Dit verspreidingsgebied is dus anders / groter dan de namen westerse honingbij of europese honingbij doen vermoeden.


De noordelijke ondersoorten van de westerse honingbij.

In dit immense gebied is er sprake van allerlei min of meer geïsoleerde gebieden met verschillende klimatologische omstandigheden die hebben geleid tot verschillende ondersoorten[1]. Op grond van door Gottfried Goetze bepaalde uiterlijke kenmerken, zijn er binnen de soort Apis mellifera in totaal zelfs zo'n kleine dertig ondersoorten te onderscheiden.


Deze ondersoorten verschillen overigens vaak niet alleen kwa uiterlijk van elkaar. Er zijn ook grote verschillen als het gaat om gedragingen als zwermlustigheid, agressiviteit, haaldrift, etc. Het is ook niet verwonderlijk dat de noordelijke ondersoorten meer voorraden (voor de winter) aanleggen dan de zuidelijke ondersoorten, en zo zijn er nog wel meer verschillen tussen de gedragingen van de verschillende ondersoorten, beïnvloed door de soms ook grote verschillen in de omstandigheden waaronder ze moeten overleven.


In de Lage Landen komt van oorsprong de ondersoort Apis mellifera mellifera (de donkere bij) voor, met een verspreidingsgebied vanaf boven de Pyreneeën tot aan de Oeral.

Door de import van allerlei andere ondersoorten komt deze donkere bij echter nog nauwelijks in zijn zuivere vorm voor. Als in Imkerpedia dan ook over onze honingbij wordt gesproken dan worden de (kruisingen van de vooral noordelijke) Apis mellifera ondersoorten bedoeld die heden ten dage in onze Lage Landen worden gehouden.


Voetnoten

  1. Binnen Imkerpedia onderscheiden we soorten, ondersoorten (rassen), stammen en lijnen.