Bisschopsmuts
De Bisschopsmuts of Klapmuts kwam vooral voor in de streek begrensd door de lijnen:
Arnhem - Otterloo - Zwolle - Hengelo
In die streek kwamen ook gewone korven voor.
De Bisschops- of Klapmuts bestaat uit een mand, gevlochten van wilg of vuilboom (Rhamnus frangula), afgedekt met buntgras of stro. Het silhouet doet enigszins denken aan het 'mutsje' van een bisschop. De 'muts' dient als extra bescherming tegen inregenen bij plaatsing van de korven in het open veld.
Korven moeten van binnenuit gespijld worden om de raat te beschermen tegen afbreken. Oude korven worden ook wel van buitenaf gespijld. Zeer moeilijk uit te breken door de spijlen en weinig ruimte.
Weinig mooie raathoning. De korven zijn zeer duurzaam, althans de mand. Soms zijn de korven op een gewone manier met stro omvlochten.
Bindmateriaal : ijzerdraad of touw
Vlieggat : laag
Vorm : smal, hoog en spits
Datering rond 1900 in de gebieden Gelderland en Overijssel.