Blauwe passiebloem

Uit Imkerpedia
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

(Latijnse naam: Passiflora caerulea)

Onze honingbij op een blauwe passiebloem.
De vruchten van de blauwe passiebloem (alleen na kruisbestuiving).

Omschrijving en kenmerken

De blauwe passiebloem is een klimplant, en slechts één van de 500 soorten uit het geslacht Passiflora. Deze soorten groeien van oorsprong in Amerika, Azië en Australië.


Van deze soorten heeft de blauwe passiebloem het minst te lijden van onze winters. De winterhardheid is in de volle grond tot zo'n - 12°C. Tijdens de eerste winters is de plant gevoeliger voor de kou dan later. Planten in potten en kuipen moet je hoe dan ook wel binnen overwinteren.


De blauwe passiebloem is semi-groenblijvend. De meeste bladeren vallen pas aan het eind van de winter, of zelfs helemaal niet. Een en ander is erg afhankelijk van de strengheid van de winter en de standplaats.


De plant kan zich door zaad vermeerderen, maar stekken is ook heel goed mogelijk. Door regelmatig stekken te nemen, en deze binnenshuis te overwinteren kun je er gemakkelijk voor zorgen dat je eventueel na een - voor de blauwe passiebloem te - strenge winter toch weer een blauwe passiebloem kunt planten.


Zaadvorming (en vruchtvorming) vindt alleen plaats bij kruisbestuiving. De vruchten zijn eetbaar, maar er zit niet veel smaak aan. Lang niet iedereen lust ze.


De individuele bloemen van de blauwe passiebloem bloeien maar één dag, maar er komen zoveel bloemen aan dat je er elke dag wel een aantal ziet bloeien.


Het suikergehalte van de nectar is gemiddeld 48% [1]


In de handel zijn verschillende cultivars te koop.



In onderstaand filmpje (Apeldoorn, 24 september 2013, 15:45 uur) zie je de blauwe passiebloem zowel op nectar als op stuifmeel bevlogen worden.

Verwijzingen en bronnen

Voetnoten

  1. Arjen Neve. Blauwe passiebloem (Passiflora caerulea). Bijen, december 2000.