Boswilg
(Salix Capria)
Omschrijving en kenmerken
De boswilg wordt ook wel waterwilg genoemd. De soort komt algemeen voor in Europa en Noordoost-Azië en niet uitsluitend op vochtige plaatsen.
De boswilg heeft katjes, die met lange behaarde schutbladen bedekt zijn. Mannelijke katjes zijn eivormig en aanvankelijk bedekt met zilverachtige haartjes. Daarna verschijnen gele meeldraden dicht opeen. Vrouwelijke katjes zijn slank, bleekgroen met witachtige, korte stijlen. De vrouwelijke katjes zijn langer dan de mannelijke. Zowel de mannelijke als de vrouwelijke bloemen hebben één honingklier.
Door de vroege bloei is de boswilg een geliefde bijenplant.
Vermenigvuldiging
De meeste soorten wilg zijn gemakkelijk te vermenigvuldigen door middel van stekken, maar bij de boswilg is dat ingewikkelder. Mogelijke werkwijzen:
In het voorjaar, met behulp van stekpoeder op de net iets uitgelopen knopjes (die anders de nieuwe eenjarige scheuten zouden vormen). Zie betreffende illustratie.
In november in een voldoende vochtige tot natte grond:
- Neem geen stekken met (dikke) bloemknoppen. Breek deze er desnoods uit. Deze bloemknoppen kosten namelijk teveel energie en water en putten de stek al uit voordat de wortels (voldoende) uitlopen.
- Plant/zet de stekken niet in donkere schaduw. Lichte schaduw kan goed.
- Je kunt de stekken ook in potten zetten, maar zet ze dan tijdig (zodra geworteld) in de volle grond, want anders krijgt de stek onvoldoende voeding.
De boswilg kun je ook vermeerderen door het zaad te oogsten en in wat natte grond te laten kiemen. Zaad van de wilg is meestal maar zo'n 24 tot 36 uur kiemkrachtig, maar als het (nog) kiemkrachtig is dan kun je (op natte grond) al in een paar uur de kiemplantjes zien. Vermeerdering met zaad heeft natuurlijk als nadeel dat je niet direct weet welke planten de mannelijke of de vrouwelijke planten zijn.
- Bloeiperiode : maart en april
- Hoogte, rsp. afmeting : 6 - 14 meter
- Bevlieging door honingbijen: (np)5
- Kleur pollen: goudgeel