Broedloze periode

Uit Imkerpedia
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Een broedloze periode is uiteraard een periode zonder broed. Dit treedt in de Lage landen op in de volgende situaties:

  • Vanaf het einde van de herfst (zodra het volk voldoende goede winterbijen heeft gevormd[1] en/of 21 dagen na de eerste koudeprik) tot aan de eerste weken van januari.
  • in de zwermperiode:
    • bij een pas geschepte zwerm
    • in de periode totdat de jonge moer heeft gepaard en begint met eitjes leggen:
      • bij een volk dat zwerm(en) heeft afgegeven, 24 dagen na het vertrekken van de voorzwerm[2]
      • bij een volk waar een kunstzwerm en dus de oude koningin is afgenomen; ook hier begint de broedloze periode dan 24 dagen na het maken van de kunstzwerm[2].


Voetnoten

  1. Een volk met een hogere varroabesmetting gaat langer volop door met broeden, met dan dus naast de besmetting ook nog eens een grotere kans op gebrek aan stuifmeel (zie de PPO-folder "Op tijd bestrijden van varroa redt de winterbijen" uit juni 2007).
  2. 2,0 2,1 Op de dag van het vertrek van de voorzwerm of het maken van de kunstzwerm kan de oude koningin nog eitjes hebben gelegd, zodat daarna de broedloze periode pas begint als van die eitjes de bijen zijn uitgekomen, dat is dus maximaal de broedperiode van de dar (3 dagen ei + 6 dagen larve + 15 dagen pop = 24 dagen).