Bultbroed: verschil tussen versies
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
| Regel 1: | Regel 1: | ||
[[image:bultbroed.jpg|right]] | [[image:bultbroed.jpg|right]] | ||
Bultbroed ontstaat als er onbevruchte eitjes worden gelegd in celletjes die bedoeld zijn voor werksterbroed. | Bultbroed ontstaat als er onbevruchte eitjes worden gelegd in celletjes die bedoeld zijn voor werksterbroed. | ||
| − | Er kan dan sprake zijn van een [[darrenbroedige]] moer, of van [[eierleggende werksters]]. | + | Er kan dan sprake zijn van een [[darrenbroedige]] moer <ref>Normaal gesproken zal een moer geen onbevruchte eitjes leggen in cellen die bedoeld zijn voor bevruchte eitjes.De [[moer]] meet namelijk altijd eerst de grootte van de cel met haar voorste poten, en legt er vervolgens een onbevrucht of een bevrucht ei in. Het ei komt uit de eierstok naar de vagina maar passeert daarbij de uitgang van de [[spermatheca]]. Hier kan de koningin blijkbaar bepalen of ze er een zaadcel aan toevoegt of niet. Een darrenbroedige moer zal waarschijnlijk nog steeds dat proces volgen, maar heeft geen sperma.</ref>, of van [[eierleggende werksters]]. |
Het resulterende broed is goed te onderscheiden van normaal [[darrenbroed]] en heet [[bultbroed]]. | Het resulterende broed is goed te onderscheiden van normaal [[darrenbroed]] en heet [[bultbroed]]. | ||
| Regel 8: | Regel 8: | ||
| − | + | ==Voetnoten== | |
| + | <references /> | ||
| + | |||
| + | |||
| + | ==Navigatie== | ||
| + | * Naar [[Bijenziekten en plagen|Overzicht Bijenziekten en plagen]]. | ||
Versie van 17 mei 2010 10:49
Bultbroed ontstaat als er onbevruchte eitjes worden gelegd in celletjes die bedoeld zijn voor werksterbroed. Er kan dan sprake zijn van een darrenbroedige moer [1], of van eierleggende werksters.
Het resulterende broed is goed te onderscheiden van normaal darrenbroed en heet bultbroed.
Uit bultbroed komen kleinere darren dan normaal.
Voetnoten
- ↑ Normaal gesproken zal een moer geen onbevruchte eitjes leggen in cellen die bedoeld zijn voor bevruchte eitjes.De moer meet namelijk altijd eerst de grootte van de cel met haar voorste poten, en legt er vervolgens een onbevrucht of een bevrucht ei in. Het ei komt uit de eierstok naar de vagina maar passeert daarbij de uitgang van de spermatheca. Hier kan de koningin blijkbaar bepalen of ze er een zaadcel aan toevoegt of niet. Een darrenbroedige moer zal waarschijnlijk nog steeds dat proces volgen, maar heeft geen sperma.