Cowan-kast

Uit Imkerpedia
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
CowanHive02.JPG

Omschrijving

De '"Cowan" Hive' is ontworpen door T.W. Cowan, en werd in 1866 door hem beschreven in het tijdschrift "The English Mechanic".


De Cowan kast behoort bij de eerste kasten waarin (na de ontdekking van de bijenruimte door Langstroth) met losse ramen wordt gewerkt.[1] Evenals de de WBC-kast heeft de Cowan-kast dubbele wanden.


T.W. Cowan was indertijd een autoriteit op het gebied van de bijenteelt en ook de auteur van "British Beekeepers' Guide Book to the Management of Bees in Movable Comb Hive" (met daarin ook een beschrijving van de Cowan hive).

Dit engelstalige standaardwerk werd in 1902 ook naar het nederlands vertaald [2] en werd alras onderdeel voor de voor het examen Bijenteelt te bestuderen literatuur (zie ook hierover de bijdrage van Hans van der Post op het imkerforum). Met de zoekfunctie van het Groentjes-archief kun je T.W. Cowan en diens kast dan ook veelvuldig tegenkomen.


De tekening zoals opgenomen bij het patent uit 1881

De door T.W. Cowan beschreven kast is later door Harry W. Cowan en John F. Cowan verder ontwikkeld. In 1881 verkrijgen zij zelfs een patent op hun uitvindingen/verbeteringen. In het patent werden de volgende uitvindingen/verbeteringen beschreven (met gebruikmaking van de identificerende letters uit nevenstaande tekening):

  • 1. o.a. door het gebruik van raamhouders (a) kan de bijenkast gemakkelijk veranderen van een enkelwands bijenkast in de zomer naar een dubbelwands bijenkast in de winter,
  • 2. doordat de ramen en de binnenste afscheidingswanden (D) in een raamhouder hangen kunnen deze er dus ineens samen uit worden gehaald waardoor het gemakkelijker is om de kast te inspecteren, schoon te maken, en om alle ramen ineens over te plaatsen.
  • 3. door de beweegbare binnenste achterwand (C) kan er ook gemakkelijk met de binnenste afscheidingswanden worden gemanoeuvreerd
  • 4. door het verlengen van de toegang tot de kast worden in de winter de wind en storm buiten de kast gehouden, en wordt tevens roverij voorkomen en de neiging van de bijen om te snel naar buiten te gaan.


Voetnoten

  1. S. Simmins. A Modern Bee Farm. 1887
  2. G.F.W. Kehrer. Handleiding bij de Moderne Bijenteelt.