Dadantkast: verschil tussen versies
k |
|||
| (13 tussenliggende versies door 2 gebruikers niet weergegeven) | |||
| Regel 1: | Regel 1: | ||
| − | De Dadantkast | + | __NOTOC__ |
| + | [[image:Dadankast.jpg|thumb|right|350px|Modified-Dadant]] | ||
| + | ==Omschrijving== | ||
| + | De eerste versie '''Dadantkast''' werd omstreeks 1870 in Amerika ontwikkeld door [[Charles Dadant]], als combinatie van de Langstroth- en Quinbymaat. Dadant had daarbij als doelstelling om een bijenkast te ontwikkelen waarin het maximale [[broednest]] optimaal in één kastdeel (één [[broedkamer]]) zit. | ||
| − | + | [[Langstroth]] gebruikte voor zijn Langstroth kast de [[raammaat]] 45 x 23.2 cm. [[Quinby]] experimenteerde met die Langstrothkast en koos vervolgens voor een grotere diepte: 45 x 28,5. Dadant koos voor 46 x 27 cm. De Zwitser [[Johann Blatt]] verbeterde de kast en nam als broedkamerraammaat 43,5 x 30: de Dadant-Blatt kast (met honingramen van: 43,5 x 16). Weer later ontstaat in Engeland de Modified-Dadant (44,8 x 28,5). | |
| − | + | De oorspronkelijk 11-raams dadantkast is bedoeld voor grote volken die op een grote honingproductie worden ingezet. Het is een grote enkelwandige kast met losse bodem. Het biedt een broednest met een volume dat tegemoet komt aan de mogelijkheden van de meest vruchtbare koninginnen. De Dadantkast wordt daarom veel gebruikt voor [[Buckfast]]. In 1925 koos [[Broeder Adam]] daarbij voor een broedkamer met 12 ramen zodat er ook een 12 raams Dadantkast ontstond. | |
| + | Andere voordelen zijn o.a. de beter aaneengesloten wintertrosvorming en het eenvoudiger controleren van zwermdoppen dat zich beperkt tot één broedromp. | ||
| − | + | Er wordt heden ten dage echter zowel geïmkerd met de oorspronkelijke bedoelde combinatie van één broedkamer met [[honingkamer]]s als met enkel honingkamers. Dit laatste heeft het voordeel van enkel met één raammaat te kunnen werken. Het maximale broednest is dan natuurlijk wel weer in tweeën gedeeld. Het raatopppervlak van een Dadant-Blatt honingraam komt ongeveer overeen met dat van een [[simplexkast|Simplex]] of [[Duits-Normaal]] raam, maar de kasten worden minder hoog. | |
| − | + | ||
| − | + | In de Dadant-Blatt kast kan met [[broedbeperking]] gewerkt worden, methode [[Renson broedbeperking|Renson]] op 7 honingkamer ramen. | |
| + | |||
| + | Buiten de enkelwandige kasten zijn er ook recente ontwikkelingen in kunststof, de [[DB plus]] is hier een voorbeeld van. | ||
| + | |||
| + | |||
| + | ==Datering== | ||
| + | Vanaf omstreeks 1870. Van een Dadant kast is in Nederland reeds sprake in 1908. <ref>Maandblad Bijenteelt, februari 1909</ref> | ||
| + | |||
| + | |||
| + | ==Voorkomen== | ||
| + | In geheel Nederland, in het biggjzonder bij Buckfastimkers. In Engeland de Modified-Dadant. Voor landen als Frankrijk, Zwitserland, Spanje, Italia, Griekenland en de Balkanlanden is de Dadant-Blatt zelfs de standaardkast. | ||
| + | |||
| + | |||
| + | ==Navigatie== | ||
| + | * [[Bijenkasten|Naar andere bijenkasten]] | ||
| + | * [[Bijen-behuizingen|Naar alle bijen-behuizingen]] | ||
| + | |||
| + | |||
| + | ==Voetnoten== | ||
| + | <references /> | ||
Huidige versie van 4 dec 2013 om 13:38
Omschrijving
De eerste versie Dadantkast werd omstreeks 1870 in Amerika ontwikkeld door Charles Dadant, als combinatie van de Langstroth- en Quinbymaat. Dadant had daarbij als doelstelling om een bijenkast te ontwikkelen waarin het maximale broednest optimaal in één kastdeel (één broedkamer) zit.
Langstroth gebruikte voor zijn Langstroth kast de raammaat 45 x 23.2 cm. Quinby experimenteerde met die Langstrothkast en koos vervolgens voor een grotere diepte: 45 x 28,5. Dadant koos voor 46 x 27 cm. De Zwitser Johann Blatt verbeterde de kast en nam als broedkamerraammaat 43,5 x 30: de Dadant-Blatt kast (met honingramen van: 43,5 x 16). Weer later ontstaat in Engeland de Modified-Dadant (44,8 x 28,5).
De oorspronkelijk 11-raams dadantkast is bedoeld voor grote volken die op een grote honingproductie worden ingezet. Het is een grote enkelwandige kast met losse bodem. Het biedt een broednest met een volume dat tegemoet komt aan de mogelijkheden van de meest vruchtbare koninginnen. De Dadantkast wordt daarom veel gebruikt voor Buckfast. In 1925 koos Broeder Adam daarbij voor een broedkamer met 12 ramen zodat er ook een 12 raams Dadantkast ontstond.
Andere voordelen zijn o.a. de beter aaneengesloten wintertrosvorming en het eenvoudiger controleren van zwermdoppen dat zich beperkt tot één broedromp.
Er wordt heden ten dage echter zowel geïmkerd met de oorspronkelijke bedoelde combinatie van één broedkamer met honingkamers als met enkel honingkamers. Dit laatste heeft het voordeel van enkel met één raammaat te kunnen werken. Het maximale broednest is dan natuurlijk wel weer in tweeën gedeeld. Het raatopppervlak van een Dadant-Blatt honingraam komt ongeveer overeen met dat van een Simplex of Duits-Normaal raam, maar de kasten worden minder hoog.
In de Dadant-Blatt kast kan met broedbeperking gewerkt worden, methode Renson op 7 honingkamer ramen.
Buiten de enkelwandige kasten zijn er ook recente ontwikkelingen in kunststof, de DB plus is hier een voorbeeld van.
Datering
Vanaf omstreeks 1870. Van een Dadant kast is in Nederland reeds sprake in 1908. [1]
Voorkomen
In geheel Nederland, in het biggjzonder bij Buckfastimkers. In Engeland de Modified-Dadant. Voor landen als Frankrijk, Zwitserland, Spanje, Italia, Griekenland en de Balkanlanden is de Dadant-Blatt zelfs de standaardkast.
Voetnoten
- ↑ Maandblad Bijenteelt, februari 1909