Eiwit

Uit Imkerpedia
Versie door Albert Stoter (overleg | bijdragen) op 16 apr 2009 om 09:13 (Nieuwe pagina aangemaakt met 'Ook bijen hebben eiwit nodig om te groeien en te leven. De vanaf plantaardige bronnen (stuifmeel) verkregen eiwitten worden afgebroken tot aminozuren om daar vervolgen...')
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
The printable version is no longer supported and may have rendering errors. Please update your browser bookmarks and please use the default browser print function instead.

Ook bijen hebben eiwit nodig om te groeien en te leven. De vanaf plantaardige bronnen (stuifmeel) verkregen eiwitten worden afgebroken tot aminozuren om daar vervolgens de verschillende eiwitten weer van op te bouwen waar de bij behoefte aan heeft.

De bijen zijn voorzien van een stuifmeelkorfje op hun achterpoten waar ze het stuifmeel verzamelen en naar de kast vervoeren. Het stuifmeel wordt eerst in cellen opgeslagen en bewerkt, er ontstaat zo bijenbrood. Het bijenbrood wordt door jonge bijen gegeten om de voedersapklieren op te bouwen en het eiwitvetlichaam. Het voedersap in de voedersapklieren wordt geproduceerd uit honing en bijenbrood. Alle bijen behalve de jonge bijen in opbouw ontvangen eiwit via het voedersap van de voedsterbijen. De voedsterbijen zijn dus de verdelers van eiwit in het volk. De jonge larven ontvangen de eerste 3 á 4 dagen alleen voedersap, daarna worden ze gevoed met een mengsel van voedersap, honing en stuifmeel. Als er een tekort aan bijenbrood ontstaat kunnen de voedsterbijen ongeveer één week interen op hun eiwitvetlichaam. Daarna worden eitjes en jonge larve gekanabaliseerd om de koningin en het overige broed van eiwit te voorzien.

Een goede eiwitvoorziening verhoogd de weerstand tegen ziekten met name Nosema, de darmcellen zijn beter bestand tegen ziektedruk en worden sneller vervangen als ze geïnfecteerd raken. Een tekort aan eiwit heeft op termijn effect als de slecht gevoede bijen hun taken in het bijenvolk moeten uitvoeren. Ze hebben een kleiner eiwitvetlichaam, minder afbraakvermogen voor toxicale stoffen en een kortere levensverwachting.