Honing slingeren
Versie door Albert Stoter (overleg | bijdragen) op 24 okt 2013 om 12:34
Na het oogsten van de honing kun je deze gaan slingeren.
Enkele adviezen:
- Haal de verzegelde ramen om de volgende redenen pas kort voor het slingeren uit het volk:
- de honing is met goed met dekseltjes van bijenwas afgesloten, maar door eventueel stoten van de ramen kunnen er kleine scheurtjes in die wasdekseltjes komen. Door die kleine scheurtjes kan de honing dan alsnog vocht aantrekken en na verloop van tijd gaan gisten;
- als je de honing vlak voor het slingeren uit de kast haalt is deze bij het slingeren nog warm en daardoor vloeibaarder (en daardoor dus gemakkelijker uit de celletjes te slingeren)[1];
- de verzegelde ramen worden in het volk perfect bewaard.
- Slinger met schone spullen, schone slinger, schone potjes, etc.
- Gebruik voor dikke honing (zoals bijvoorbeeld heidehoning) eerst een kolbtoestel.
- Maak na afloop de boel schoon met koud water (anders komt er overal was)
In grote lijnen kan men dus de volgende volgorde aanhouden bij het slingeren van de honing:
- Ontzegelen van de ramen. Dit gebeurt met een ontzegelvork, of een ontzegelmes. Ook wordt er wel met een hete lucht föhn ontzegeld, hetgeen niet schijnt te lukken als de raat bebroed is geweest.
- Ramen plaatsen in de slinger en draaien.
- De "leeg" geslingerde honingramen teruggeven of opslaan.
- De slingerhoning aftappen, zeven, en klaren.
- De honing in een aftapvat doen, en van daaruit (eventueel met behulp van een vathelling) de honingpotjes vullen.
Voetnoten
- ↑ Als de honing niet direct na het oogsten wordt geslingerd is het aanbevelenswaardig om de honingramen voorafgaand aan het slingeren weer op te warmen tot een temperatuur van zo'n 35 °C.