Kieler bevruchtingskastje

Uit Imkerpedia
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Omschrijving

Kieler bevruchtingskastje: het oude model zonder vliegopening aan de voorkant.

Het Kieler bevruchtingskastje is bedoeld voor een bevruchtingsvolkje. Het is van Duitse oorsprong en heet daar "Kieler Begattungskasten". 'Kieler' komt vermoedelijk van het Noordduitse Kiel.


Het kastje is gemaakt van piepschuim, en heeft schuine binnenwanden (waar de bijen minder snel raat aan vast zullen bouwen, zie TBH). Het oude model heeft alleen een bijeningang aan de onderkant. De moderne versie heeft zowel een bijeningang aan de voor- als aan de onderkant. Beide openingen kunnen op de standen 'open', 'gesloten', of 'moerrooster' worden gezet. De opening aan de voorkant middels een draaischijf, en de opening aan de onderkant middels een uitschuifbare bodem (met ventilatierooster).


In het kastje is plaats voor 6 toplatjes, maar bij de start van het bevruchtingsvolkje zullen de achterste 2 posities meestal worden ingenomen door een uitneembaar voerbakje.


De kastjes moeten met minstens twee soeplepels bijen worden gevuld. Daartoe kun je het kastje het beste op de kop zetten om de bijen via de bodem in het kastje te doen. Dat is gemakkelijker dan via de bovenkant omdat je dan na vulling snel alle raatjes weer terug moet plaatsen.


De zes raampjes kunnen na het bevruchtingsseizoen per twee in een regulier broed- of honingkamerraam geplaatst worden, waarna het volkje in een grotere kast kan doorgroeien. Om dit groeiscenario te bespoedigen kun je het volkje bij aanvang meer bijen meegeven (bijvoorbeeld vier soeplepels).


Het moderne Kieler bevruchtingskastje lijkt veel op het Segeberger bevruchtingskastje. De buitenafmetingen zijn zelfs identiek en je kunt de verschillende kastjes dan ook prima op elkaar stapelen. Het Segeberger bevruchtingkastje heeft echter een vast voergedeelte (dat niet uitneembaar is), en ook is de helling van de schuine binnenwanden iets anders dan die van de Kieler. De deksels van de Segeberger passen (iets los) op de moderne Kieler bevruchtingskastjes, maar niet andersom.


Voor het Kieler bevruchtingskast zijn er opzetstukjes verkrijgbaar waarmee je het betreffende bevruchtingsvolkjes verder kunt laten groeien, of de de volkjes uit meerdere kastjes kunt verenigen. Aldus vergrote bevruchtingsvolkjes kun je vervolgens zelfs inwinteren. Gedurende de winter is het dan wel zaak om regelmatig de uitneembare bodem even van mul te ontdoen omdat anders de ventilatieroosters in die bodem dichtslibben!.


De Kieler opzetstukjes zijn in verschillende hoogtes verkrijgbaar, en ook de opzetstukjes voor het Segeberger bevruchtingskastje (met een andere binnenhelling) passen op de moderne Kieler. Deze verschillende opzetstukjes en kastjes hebben echter wel verschillende binnenmaten, hetgeen de onderlinge uitwisselbaarheid van de raatjes natuurlijk wel kan bemoeilijken. Aldus moet je soms te grote raatjes bijknippen[1].

Afhankelijk van de gewenste toepassing kan het dus aanbevelswaardig zijn om bij het kopen van (extra) kastjes en/of opzetstukjes goed op te letten of ze ook kwa binnenmaat goed bij elkaar passen!



Filmpje

In onderstaand filmpje zie je - ter overwintering - een Kieler bevruchtingskastje met daar bovenop drie (Segeberger) opzetstukjes. Dit is dus een samenvoeging van voorheen vier bevruchtingsvolkjes in zowel Kieler- als Segeberger bevruchtingskastjes. Al met al bevat dit torentje zo een behoorlijke inhoud.

De raatjes uit een Kieler bevruchtingskastje zijn onderaan iets te breed voor de Segeberger opzetstukjes. Daar moet je dus iets vanaf snijden/knippen.

Het gedurende de winter dichtslibben van de uitschuifbare bodem is voorkomen door deze bodem simpelweg te verwijderen, en door het torentje vervolgens bovenop een passend raamwerk te zetten (in de film zie je wat er wordt bedoeld).

Al doende ontstaat "vanzelf" een extra vliegopening onder de al bestaande. Dit is van belang voor zowel de extra benodigde toegangsruimte (het torentje bevat immers veel meer bijen dan voorheen een enkel bevruchtingskastje) als voor de extra benodigde ventilatie. De vliegopening is met een paar blokjes hout iets smaller gemaakt.

Hier wordt een Kieler / Segeberger torentje gevoerd met behulp van een jampotje bovenop vier latjes en een plank met een gat er in. Dankzij de vier latjes "zweeft" de plank ongeveer een bijenruimte boven de toplatjes van het bovenste opzetstukje.

<VideoFlv>/movies/Overwinteren-in-Kieler-Segeberger-bevruchtingskastje.flv</VideoFlv>

Datering

Tot heden

Voorkomen

Nederland, België, Duitsland

Navigatie

Voetnoten

  1. Een kleiner raatje kan in een groter kastje natuurlijk gewoon verder worden uitgebouwd.