Koningin: verschil tussen versies

Uit Imkerpedia
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Regel 17: Regel 17:
  
 
Dat het ene bevruchte eitje een werkbij wordt en het andere bevruchte eitje een koningin, wordt bepaald door de hoeveelheid [[koninginnengelei]] die het krijgt in het larvestadium.
 
Dat het ene bevruchte eitje een werkbij wordt en het andere bevruchte eitje een koningin, wordt bepaald door de hoeveelheid [[koninginnengelei]] die het krijgt in het larvestadium.
 +
 +
Een koningin kan in de zomer wel zo'n 1600 eitjes per dag leggen leggen. Eerst zoekt ze een schone cel, en daarna controleert ze de cel op grootte. Pas dan stopt ze haar achterlijf in de cel. Dan gebeurt het eigenlijke afzetten van een langwerpig eitje op de bodem van de cel. In een darrencel (die groter is) een onbevrucht eitje, en in een werkstercel (die kleiner is) een bevrucht eitje. De cellen waar jonge koninginnen uitkomen worden koninginnencellen of moerdoppen genoemd.
 +
Er is steeds een groep bijen aanwezig rondom de koningin, de [[hofstaat]]. Deze bestaat uit werkbijen die haar verzorgen. De taak “verzorgen” bestaat uit het likken (van de [[koninginnenstof]]), wassen en voeden van de koningin.
 +
 +
 +
  
 
etc.
 
etc.

Versie van 2 apr 2009 09:07

Moer Carnica Carnolian.jpg

<= In het midden de koningin.


Het leven van een nieuwe koningin begint als bevrucht eitje (de moeder koningin kan aan een eitje al dan niet sperma toevoegen om het te laten bevruchten).

Het duurt 21 dagen voordat een werkbij is volgroeid, en het duurt 24 dagen voordat een dar is volgroeid.

Bij een koningin duurt dit 16 dagen:

- na 3 dagen komt er een larve uit het eitje,

- die larve wordt dan 6 dagen goed gevoed, waarna deze zich verpopt,

- het popstadium duurt 7 dagen.

Dat het ene bevruchte eitje een werkbij wordt en het andere bevruchte eitje een koningin, wordt bepaald door de hoeveelheid koninginnengelei die het krijgt in het larvestadium.

Een koningin kan in de zomer wel zo'n 1600 eitjes per dag leggen leggen. Eerst zoekt ze een schone cel, en daarna controleert ze de cel op grootte. Pas dan stopt ze haar achterlijf in de cel. Dan gebeurt het eigenlijke afzetten van een langwerpig eitje op de bodem van de cel. In een darrencel (die groter is) een onbevrucht eitje, en in een werkstercel (die kleiner is) een bevrucht eitje. De cellen waar jonge koninginnen uitkomen worden koninginnencellen of moerdoppen genoemd. Er is steeds een groep bijen aanwezig rondom de koningin, de hofstaat. Deze bestaat uit werkbijen die haar verzorgen. De taak “verzorgen” bestaat uit het likken (van de koninginnenstof), wassen en voeden van de koningin.



etc.