Paren
Als een jonge koningin gedurende een bruidsvlucht paart dan is er niet direct sprake van bevruchting van eitjes.
De koningin paart met meerdere darren en ontvangt bij elke paring tot zo'n 6 miljoen zaadcellen die eerst in haar eileiders worden opgevangen.
Pas na alle paringen worden in een tijdsbestek tot zo'n 40 uur tot zo'n 8 miljoen zaadcellen van de eileiders naar de spermatheca getranporteert[1]. Het (overgrote) deel van het in de eileiders ontvangen sperma komt dus uiteindelijk niet in de spermatheca terecht. Het sperma van de verschillende darren wordt door de gemeenschappelijke opslag in de eileiders, het transport naar de spermatheca en de mobiliteit van de zaadcellen uiteindelijk volledig gemixt[2].
Het bevruchten van een eitje gebeurt pas zodra de koningin een eitje legt dat een werkbij of een koningin moet worden.
Gerelateerde informatie
Voetnoten
- ↑ Op zich zou de paring met één dar dus nagenoeg voldoende zijn om de spermatheca te vullen, maar bij de aanwezigheid van meerdere vitale darren zal dit nooit voorkomen.
- ↑ H.H.Laidlaw, R.E.Page. Polyandry in honey bees (Apis mellifera L.): sperm utilization and intracolony genetic relationships. Genetics Society of America (108, december 1984), blz. 985-997.