Pietersekast

Twee Pieterse broedkamers en een Pieterse honingkamer aangevuld met de andere benodigde Segeberger onderdelen (zie tekst)

De door het echtpaar Postma in 1982 bedachte Segeberger-aanpassing voor de lange oren van de simplexramen

De Pietersekast is een antwoord op de voor simplexramen net iets te grote Segeberger. De Segeberger is ontworpen voor de iets grotere Duits Normaal ramen (met kleinere oren), níet voor de iets kleinere simplexramen (met grotere oren). Jarenlang werden de verschillende gevolgen van deze verschillen opgelost door verschillende aanpassingen uit te voeren op die Segebergers. O.a. het echtpaar Postma (depothouders van de VBBN in Groningen) voerden een aantal aanpassingen uit voor de oren en voor de afwijkende kasthoogte en wisten aldus de Segebergers ook in Nederland aan de man te brengen. Hiermee was er nog geen oplossing voor de te grote afstand tussen raam en wand.

In 2006 neemt Stichting "De Duurzame bij" (i.c. Ed Pieterse) het initiatief om een broedkamer van styropor te ontwerpen conform de binnenmaten van de simplexkast (conform de Nederlandse Norm NEN 1061-75). Deze Pieterse-broedkamer (en honingkamer) is dus direct vanuit de mal geschikt voor simplexramen en is verder uitwisselbaar met alle andere onderdelen van de Segebergerkast (zoals bijvoorbeeld bijpassende bodem, dak, voerbak, en separator). Deze worden in Duitsland in zulke grote aantallen gemaakt, dat deze daar goedkoper te verkrijgen zijn, als dat men ze hier zou kunnen laten maken.

Op deze foto een oren-aanpassing van een niet voor simplexramen geschikte Segeberger. Hennie Kroese publiceerde deze "zwevende oren" oplossing op het Imkerforum 31 augustus 2005. Citaat: De tot nu toe reeds bekende ombouw van deze bak vond ik niet erg geschikt. De "oren" liggen dan plat op een aluminium strip, en worden door de bijen rondom vastgekit. Ook kunnen er bijen onder de "oren" geplet worden.

Omdat de buitenmaat van de Pietersekast evenals de Segeberger vierkant (50 cm x 50 cm) is kun je de kast zowel in warmbouw als in koudbouw zetten.

In 2007:

• vraagt (5 januari) en verkrijgt (21 april) Imkerij "Mamamoer" (i.c. Ed Pieterse) op dit ontwerp octrooi (octrooi NL1033172), en
• start het duitse bedrijf Stehr de productie waarbij gebruik gemaakt wordt van een mal met een tussenring van 78 mm:
  • als de mal gebruikt wordt met de tussenring dan krijg je een broedkamer, en
  • als de mal gebruikt wordt zonder die tussenring dan krijg je een honingkamer.

Dwarsdoorsnede links-rechts. Klik op het plaatje voor een groter exemplaar.

Stehr produceert de Pietersekast in een kwaliteit van 100 kg per m3. Dus het is de hardste soort die in omloop is. Door de gebruikte relatief grote korrel zou de kast wel vocht opnemen waardoor de isolatiewaarde afneemt en de kast zwaarder wordt. Om het regenwater niet tussen de korrels te kunnen laten komen kan de kast hoe dan ook beter worden geverfd.

Dwarsdoorsede voor-achter. Klik op het plaatje voor een groter exemplaar.

Aangezien de simplexkast met zijn breedte van 385 mm niet optimaal is voor 11 raams gebruik (hart op hart 35 mm i.p.v. 38 mm), maar er wel voor wordt gebruikt, geldt hetzelfde voor de Pieterse kast.

Afwijkend van de NEN1061-75 (en dus van de simplexkast) zit bij de Pietersekast de ruimte tussen 2 bakken aan de onderkant. Betreffende ruimte is 10 mm. Hierdoor kun je een Pieterse broed- of honingkamer gewoon op een vlakke ondergrond wegzetten zonder dat je bijen plet.

De oren van de Pietersekast rusten op afstandsstrips zodat onder de oren een bijenruimte van 8 mm zit en de oren daar dus niet worden vastgekit.

Inmiddels wordt de Pietersekast geleverd door de NBV.

Navigatie

• Naar andere bijenkasten
• Naar alle bijen-behuizingen