Raathoning

Uit Imkerpedia
Versie door Albert Stoter (overleg | bijdragen) op 20 aug 2010 om 11:39
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Vóór de uitvinding van de bijenruimte in 1851 door Langstroth kon men eigenlijk alleen raathoning winnen. Pas nadien (en na de uitvinding van de honingslinger in 1865) werd het ook mogelijk om slingerhoning te produceren.

Raathoning is honing die door de bijen in volkomen nieuwe raat is opgeslagen. Die raat mag derhalve ook niet op kunstraat zijn gebouwd. De combinatie van honing en echt maagdelijke raat geeft raathoning zijn eigen heerlijke smaak.

Uit korven wordt meestal raathoning gesneden. Raten uit korven kunnen immers niet worden geslingerd, en in korven wordt ook geen of nauwelijks kunstraat gebruikt.

In kasten worden vaak aparte kleinere secties in de honingkamers aangebracht om raathoning uit te kunnen winnen.

Raathoning is vaak aanzienlijk duurder dan geslingerde honing:

  • omdat zij doorgaans beperkt blijft tot de heide- of lindehoning (waarvan de winning afhankelijk is van bijzondere weersomstandigheden), en
  • omdat de winning van raathoning speciale vaardigheden en voorzieningen van de zijde van de imker eist zoals:
    • raathoning moet goed verzegeld zijn,
    • raathoning mag geen andere stoffen (zoals stuifmeel) bevatten.

Raathoning wordt ook als "Brokhoning" aangeboden. Bij honingkeuringen heeft zowel Raathoning, als Brokhoning zijn eigen klasse.

Raathoning wordt ook wel sectiehoning genoemd, vooral als er sprake is van nette vierkante stukken raathoning (en al helemaal als het regelrecht vanuit de bijenkast tussen 4 plankjes zit - waarbij de bijen het dan dus zelf tussen die 4 plankjes hebben opgeslagen).