Vlechtwerktuigen

Van links naar rechts: drie verschillende stalen spleutstekers, een vlechtbeen en een vlechtnaald.

Van links naar rechts: een kribbelrasp (gemaakt van een koehoorn met de gaten erin om de scherpe stekels van de braamstengels te verwijderen; men had aan de koehoorn gelijk een goede handgreep), twee splijthouten (in dit gemaakt uit een bot), en drie bramenstengels.

Vlechtringen in verschillende soorten en maten.

Voor het vlechten van korven worden verschillende gereedschappen gebruikt:

• De haal, of brummelmes
  • voor het verwijderen van de stekels van de braamstengels.
• Kribbelrasp, een koehoorn met verschillende gaten waar de braamstengel door gevoerd kan worden
  • eveneens voor het verwijderen van de stekels van de braamstengels.
• Splijthout, spleuthout
  • om braamstengel te splijten als dat wordt gebruikt om te gebruiken als vlechtband; tegenwoordig wordt echter meestal pitband gebruikt in plaats van braamspleut.
• Vlechtring, manchet
  • deze wordt om het bundeltje stro of buntgras geschoven om het op gelijke dikte te houden; als het bundeltje al vlechtend dunner wordt wordt er telkens nieuw stro of buntgras bij in gestoken,
  • vroeger vaak gezaagd van het dikste gedeelte van een koehoorn, tegenwoordig vaak een stukje doorgezaagde pvc-buis.
• Vlechtnaald, vlechtbeen, priem of spleutsteker
  • hiermee wordt een gaatje in de onderliggende stroband gestoken om de vlechtband vervolgens door te halen.
• Vormstoel
  • om de korf omheen te vlechten, bijvoorbeeld bij een vierkante korf.

In onderstaand kort filmpje zie je het gebruik van de vlechtring en de vlechtnaald.

In het filmpje wordt een vlechtnaald gebruikt waar het bindmateriaal (bijvoorbeeld braamstengel of pitband) in kan worden gestoken zodat je het bindmateriaal er ook mee door het gaatje kunt trekken. Vaak wordt met een vlechtnaald echter alleen een gaatje gemaakt waarna het (vaak puntig gemaakt) bindmateriaal er doorheen wordt geduwd.