Vuilboom
Vuilboom, sporkehout, bloedboom, pijlhout, Hondskers, Honzehout, sprokkel, Peggehout, duvelskeersj, houtjeshout, buskruithout, stinkboom: allemaal verschillende namen voor een en dezelfde plant (de ' Rhamnus frangula'). Allemaal verschillende namen die meestal samenhangen met het (vroegere) gebruik ervan.
Voor de bijenhouder is vooral van belang dat de vuilboom zo lang doorbloeit dat deze bijna het gehele bijenseizoen dracht oplevert. Hoewel, het is nauwgezetter om te zeggen dat de vuilboom telkens weer opniew bloeit (terwijl de besjes van een vorige bloei er meestal nog steeds aan hangen).
Korfimkers gebruiken de takken als spijlhout.
Bij de tuincentra zijn deze "ordinaire" boompjes bijna nooit te koop. Je moet er voor naar boomkwekers onder de afdeling 'plantsoen'.
De vuilboom kan ook door jezelf worden vermeerderd door zaaien. Het zaad moet je daarvoor wel eerst stratifiëren (= een aantal malen bevriezen en ontdooien) om kiemkrachtig te zijn/worden.
Je kan natuurlijk ook de jonge plantjes uitsteken en verplanten. Waar vuilboom staat zullen jaarlijks meerdere jonge plantjes uitkomen. Dit natuurlijk niet in de vrije natuur doen, maar als ze in een plantsoen toch telkens worden weggeschoffeld ...
Ook op plantenruilbeurzen kun je ze wel eens te vinden. Met name als daar ook bijenhouders komen.
De plant hoort tot de Wegedoornfamilie, en is bestand tegen allerlei schimmels, en ook tegen strenge vorst. Regelmatig terugsnoeien levert telkens weer nieuwe scheuten op. Van oudsher gebruikt als haagplant of als windsingel.
Algemeen zegt men, dat het een plant voor zandgrond is, maar in de praktijk blijkt dat deze plant ook in de volle klei kan gedeien.