Wilg: verschil tussen versies

Uit Imkerpedia
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Regel 2: Regel 2:
 
* [[boswilg]] (ook wel waterwilg genoemd)
 
* [[boswilg]] (ook wel waterwilg genoemd)
 
*
 
*
 +
 +
 +
==Algemene toelichting==
 +
Wilgen zijn pioniersoorten met een grote lichtbehoefte. Wilgen komen in Nederland veel voor langs sloten. Wilgen houden namelijk over het algemeen van een vochtige bodem en groeien zeer snel. De bloem van de wilg heeft de vorm van een katje die zitten of staan (dit in tegenstelling tot de verwante populieren die hangende katjes hebben).
  
  
 
In het voorjaar zijn mannelijke wilgenkatjes voor [[onze honingbij]] de leveranciers van het meeste [[stuifmeel]] van goede kwaliteit. Het is daarom zeer aan te bevelen om in de nabijheid van de [[bijenstal]] mannelijke wilgen aan te planten en/of te onderhouden (de katjes bloeien voornamelijk op éénjarig hout, dus altijd na de bloei sterk terugsnoeien).
 
In het voorjaar zijn mannelijke wilgenkatjes voor [[onze honingbij]] de leveranciers van het meeste [[stuifmeel]] van goede kwaliteit. Het is daarom zeer aan te bevelen om in de nabijheid van de [[bijenstal]] mannelijke wilgen aan te planten en/of te onderhouden (de katjes bloeien voornamelijk op éénjarig hout, dus altijd na de bloei sterk terugsnoeien).
 +
 +
 +
==Vermenigvuldiging vooral door stekken==
 +
De pluizige zaden van de wilg worden door de wind verspreid maar zijn slechts korte tijd kiemkrachtig. De meeste soorten zijn gemakkelijker te vermenigvuldigen door middel van stekken.
 +
  
 
Het opkweken van nieuwe wilgen start tijdens de winterrust, niet later dan maart, voor de bladvorming. Je snijdt uit het middendeel van een nieuwe scheut stekhout van 0,5 tot 2 centimeter dik en 25 centimeter lang. De einden snijd je aan de onderkant juist onder en aan de bovenkant juist boven een knop af. Dit stekhout stop je voor 2/3 deel in de grond (als de grond hard is eerst een gat maken, want anders beschadig je de stek), met minimaal 3 knoppen boven de grond.
 
Het opkweken van nieuwe wilgen start tijdens de winterrust, niet later dan maart, voor de bladvorming. Je snijdt uit het middendeel van een nieuwe scheut stekhout van 0,5 tot 2 centimeter dik en 25 centimeter lang. De einden snijd je aan de onderkant juist onder en aan de bovenkant juist boven een knop af. Dit stekhout stop je voor 2/3 deel in de grond (als de grond hard is eerst een gat maken, want anders beschadig je de stek), met minimaal 3 knoppen boven de grond.
Regel 11: Regel 20:
  
 
De boswilg stekt alleen met behulp van stekpoeder (dit kun je dan ook nog na maart met net iets uitgelopen knopjes doen (knopje dus die anders de nieuwe eenjarige scheuten zouden vormen).
 
De boswilg stekt alleen met behulp van stekpoeder (dit kun je dan ook nog na maart met net iets uitgelopen knopjes doen (knopje dus die anders de nieuwe eenjarige scheuten zouden vormen).
 +
  
 
Bij droog weer is het aan te bevelen om de wilg nat te houden.
 
Bij droog weer is het aan te bevelen om de wilg nat te houden.

Versie van 5 mei 2010 11:57

Er zijn meerdere wilgensoorten:

  • boswilg (ook wel waterwilg genoemd)


Algemene toelichting

Wilgen zijn pioniersoorten met een grote lichtbehoefte. Wilgen komen in Nederland veel voor langs sloten. Wilgen houden namelijk over het algemeen van een vochtige bodem en groeien zeer snel. De bloem van de wilg heeft de vorm van een katje die zitten of staan (dit in tegenstelling tot de verwante populieren die hangende katjes hebben).


In het voorjaar zijn mannelijke wilgenkatjes voor onze honingbij de leveranciers van het meeste stuifmeel van goede kwaliteit. Het is daarom zeer aan te bevelen om in de nabijheid van de bijenstal mannelijke wilgen aan te planten en/of te onderhouden (de katjes bloeien voornamelijk op éénjarig hout, dus altijd na de bloei sterk terugsnoeien).


Vermenigvuldiging vooral door stekken

De pluizige zaden van de wilg worden door de wind verspreid maar zijn slechts korte tijd kiemkrachtig. De meeste soorten zijn gemakkelijker te vermenigvuldigen door middel van stekken.


Het opkweken van nieuwe wilgen start tijdens de winterrust, niet later dan maart, voor de bladvorming. Je snijdt uit het middendeel van een nieuwe scheut stekhout van 0,5 tot 2 centimeter dik en 25 centimeter lang. De einden snijd je aan de onderkant juist onder en aan de bovenkant juist boven een knop af. Dit stekhout stop je voor 2/3 deel in de grond (als de grond hard is eerst een gat maken, want anders beschadig je de stek), met minimaal 3 knoppen boven de grond.

Als je wilt dat de stek een boom wordt (i.p.v. een struik die van onder af aan allemaal uitlopers heeft) dan moet je alle uitlopers uitlopers op één na (de middenste, c.q. meest verticale) weghalen. Een wilg in boomvorm die op ongeveer 2 m hoogte wordt afgezaagd heet dan een knotwilg.

De boswilg stekt alleen met behulp van stekpoeder (dit kun je dan ook nog na maart met net iets uitgelopen knopjes doen (knopje dus die anders de nieuwe eenjarige scheuten zouden vormen).


Bij droog weer is het aan te bevelen om de wilg nat te houden.