Gewone dophei

Uit Imkerpedia
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

(Latijnse naam: Erica tetralix)

Blaadjes in kransen van vier.
Bloemen vooral toegankelijk voor insecten met een langere tong.

Omschrijving en kenmerken

De meeste heidevelden in de Lage Landen betreffen struikheide, maar in Nederland komen in Drenthe ook nog grote heidevelden met gewone dophei voor. De kroonbladen van de 'gewone dophei' zijn met elkeer vergroeid tot een urnvormige bloemkroon die aan de rand in 4 driehoekige slippen eindigt. De kleur van de bloemkroon is roze, maar spaarzaam komen er ook planten met witte bleoemn voor.

Omdat de lengte van de bloemkroon kan variëren van 5 tot 8 mm, spreekt het vanzelf dat alleen de kleinere bloemen toegankelijk zijn voor onze honingbij. Hommels met een korte tong breken echter bij de langere bloemen in door een gaatje te bijten onderin de bloemkroon, waarna ook 'onze honingbij' gebruik kan maken van dat gaatje (en dan dus ook niet in aanrakeng zal komen met het stuifmeel).

De 'gewone dophei' is groenblijvend. Een groot deel van de takken ligt op de grond waardoor de plant een dichte begroeiing vormt. De bladeren staan verspreid langs de takken in kransen van vier.


  • Bloeiperiode: juni - september
  • Grootte: tot 40 centimeter hoog
  • Bevlieging door honingbijen: (np)5 (maar stuifmeel zal dus alleen worden gehaald bij de kleinere bloemen)


Verwijzingen en bronnen