Goede bacteriën

Uit Imkerpedia
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Uiteraard komt niet alleen onze honingbij af op de nectar en het stuifmeel op bloemen, of op de honingdauw op bladeren. Deze grondstoffen zijn ook aantrekkelijk voor allerlei andere insecten, vogels en soms zelfs vleermuizen.

Al deze beesten laten naast allerlei viezigheid ook allerlei micro-organismen op de bloemen achter, en ook deze micro-organismen weten de nectar of honingdauw snel te vinden waarna ze zich er snel in kunnen vermenigvuldigen.

Als onze honingbij vervolgens deze grondstoffen komt halen[1], dan neemt deze dus onbedoeld ook deze micro-organismen op.

In de warme omstandigheden van de bijenkast zouden deze micro-organismen er al gauw voor zorgen dat deze grondstoffen zouden bederven (voordat het pas na een paar dagen voldoende "droge" honing is).

In de honingmaag van de honingbij leven echter zo'n 13 soorten goede bacteriën[2]. Deze profiteren ook van de nectar of honingdauw, maar ruimen ook de bederfelijk micro-organismen en andere ziekteverwekkers (zoals AVB) op.

Deze 'goede bacteriën' spelen ook een rol bij de gisting van stuifmeel tot bijenbrood.


Voetnoten

  1. Wellicht pas nadat de alarmferomonen, achtergelaten na een eerder honingbij-bezoek, zijn uitgewerkt
  2. Alejandra Vásquez, Tobias Olofsson. The honey crop – the Holy Grail when antibiotics fail? Microbiology today, november 2011.