Raatafstand

Uit Imkerpedia
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Hart-op-hart.GIF

In Nederland is men sinds de invoering van de simplexkast gewend om in zowel broed- als honingkamer een hart op hart raatafstand van 38 millimeter te hanteren. De natuurlijke raatafstand (van werksterbroed) zit echter dichter bij de 35 millimeter.

Als de bijen zelf de raatafstand mogen bepalen dan zijn de raten in de kern (het werksterbroednest) smaller, en bij de randen (waar darrenraat zit, en meer naar boven de honingopslag) breder. Hayo Velthuis ontdekte bij nameting van natuurbouw dat, naast het algemene uitganspunt 35 millimeter, de raatafstand soms meer en soms minder is. In alle gevonden afstanden (van 33 tot 47 millimeter!) lag er een piek rond 35/36 millimeter en een piek rond 40 millimeter[1] [2].


Voordelen kleinere raatafstand in de broedkamer:

  • Grotere volken, waarschijnlijk door een betere warmtehuishouding in het broednest.
  • Bij een kleinere raatafstand (35 mm) zijn de ramen strakker en 'netter', doordat er niet zoveel bouwruimte voor de bijen is.
    • dit gaat niet op als er ook sprake is van darrenbroed in de broedkamer. De bredere benodigde ruimte voor het darrenbroed wordt dan van naastliggende raten afgehaald, zodat het geheel niet meer zo netjes is.


Voordelen grotere raatafstand in de honingkamer:

  • Voor honingkamers houdt men vaak 38 mm. aan; de honingvoorraad wordt er ruimer door omdat de cellen dan dieper worden uitgebouwd. Het ontzegelen is ook gemakkelijker.


Een te grote raatafstand vergroot de kans de kans op warbouw.


Bij het bouwen van een kast moet men niet alleen met deze raatafstand, maar ook met de zogeheten bijenruimte rekening houden.


De ruimte die de bijen tussen 2 raten laten noemen we een straat.


Voetnoten

  1. Astrid Schoots. Afstand tussen broedramen: 35 mm of 38,5 mm? Bijenhouden, juni 2007
  2. Astrid Schoots. Raatafstand... liefst 35 mm, maar soms iets meer. Bijenhouden, november 2007