Berlepsch Ständerbeute: verschil tussen versies
| Regel 1: | Regel 1: | ||
| − | |||
| − | |||
==Omschrijving== | ==Omschrijving== | ||
| − | Deze door August Baron von [[Berlepsch]] (1815-1877) ontwikkelde kast is een achterbehandelingskast van 3 | + | Deze door August Baron von [[Berlepsch]] (1815-1877) ontwikkelde kast is een verbeterde versie van [[Dzierzonkast|de door tijdgenoot Dzierzon ontwikkelde kast]]. |
| + | |||
| + | Het is eveneens een achterbehandelingskast van 3 (naar achteren uitschuifbare) etages in [[warmbouw]], 2 broedraam-etages en een bovenste honing-etage, maar elke etage bevatte 10 rondom gesloten, langwerpige ramen. [[Dzierzon]] paste tot dan alleen toplatten toe (en heeft dat ook nog even volgehouden). | ||
| + | |||
| + | De bovenlatten van Berlepsch' ramen zijn bij de oren verbreed, waardoor ze onderling automatisch op de goede afstand staan (figuur 11). Hierbij resulteren (in navolging van de Dzierzonkast, die daartoe echter nog geen verbrede oren had) straten tussen de raten van 1 cm zijn. [[Onze honingbij]] past in natuurbouw zelf echter 12 mm toe. | ||
| + | |||
| + | De aldus door Berlepsch voor het eerst (wellicht parallel met [[Langstroth]]) toegepaste ramen worden bij de zijlatten echter wel vastgekit aan de wanden van de kast: Von Berlepsch was nog niet op de hoogte van de [[bijenruimte]] zoals slechts een korte tijd later Langstroth wel was. | ||
| + | |||
| + | Naast deze Ständerbeute heeft Berlepsch ook nog een [[Berlepsch Lagerbeute|Lagerbeute]] ontwikkeld. De Ständerbeute heeft echter de meeste navolging gekregen. | ||
Versie van 15 dec 2009 12:46
Omschrijving
Deze door August Baron von Berlepsch (1815-1877) ontwikkelde kast is een verbeterde versie van de door tijdgenoot Dzierzon ontwikkelde kast.
Het is eveneens een achterbehandelingskast van 3 (naar achteren uitschuifbare) etages in warmbouw, 2 broedraam-etages en een bovenste honing-etage, maar elke etage bevatte 10 rondom gesloten, langwerpige ramen. Dzierzon paste tot dan alleen toplatten toe (en heeft dat ook nog even volgehouden).
De bovenlatten van Berlepsch' ramen zijn bij de oren verbreed, waardoor ze onderling automatisch op de goede afstand staan (figuur 11). Hierbij resulteren (in navolging van de Dzierzonkast, die daartoe echter nog geen verbrede oren had) straten tussen de raten van 1 cm zijn. Onze honingbij past in natuurbouw zelf echter 12 mm toe.
De aldus door Berlepsch voor het eerst (wellicht parallel met Langstroth) toegepaste ramen worden bij de zijlatten echter wel vastgekit aan de wanden van de kast: Von Berlepsch was nog niet op de hoogte van de bijenruimte zoals slechts een korte tijd later Langstroth wel was.
Naast deze Ständerbeute heeft Berlepsch ook nog een Lagerbeute ontwikkeld. De Ständerbeute heeft echter de meeste navolging gekregen.