Bruidsvlucht: verschil tussen versies

Uit Imkerpedia
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Regel 1: Regel 1:
Een jongen koningin kan natuurlijk niet eerder bevruchte eitjes leggen dan dat ze daartoe ook sperma heeft ontvangen.
+
Een jongen koningin kan natuurlijk niet eerder bevruchte eitjes leggen dan dat ze daartoe ook sperma heeft.
  
Hiervoor gaat ze een of meer keren op bruidsvlucht naar de [[darrenverzamelplaatsen]] om met een of meerdere darren te paren. Bij zo'n paring stulpt het geslachtsorgaan van de dar naar buiten waardoor deze direct het leven laat. Dit geslachtsorgaan blijft dan aan de konigin zitten [[het bevruchtingsteken]] en moet eerst door haar, of door een volgende dar worden verwijderd. Als dat niet lukt dan moet ze eerst weer naar het volk terug om zich door de werkbijen te laten helepen om het bevruchtingsteken te verwijderen.
+
Hiervoor gaat ze een of meerdere keren op bruidsvlucht naar de [[darrenverzamelplaatsen]] om met een of meerdere darren te paren.
Hierna gaat ze zo nodig weer op weg naar een volgende paring.
+
Bij zo'n paring stulpt het geslachtsorgaan van de dar naar buiten waardoor deze direct het leven laat. Dit geslachtsorgaan blijft dan aan de konigin zitten [[het bevruchtingsteken]] en moet eerst door haar, of door een volgende dar worden verwijderd. Als dat niet lukt dan moet ze eerst weer naar het volk terug om zich door de werkbijen te laten helpen om het bevruchtingsteken te verwijderen. Hierna gaat ze zo nodig weer op weg naar een volgende paring.
  
 
Eigenlijk is er pas echt sprake van bevruchting op het moment van het leggen van een bevrucht eitje. Tot dat moment ligt het sperma opgeslagen in de spermatheca. Men heeft hierin wel van 28 darren zaad gevonden (dus wel 28 paringen!). Op zich kan 1 dar voldoende sperma leveren voor het geheel vullen van de spermatheca. Blijkbaar werkt de koningin telkens een gedeelte naar buiten om uiteindelijk maar van zoveel mogelijk verschillende darren sperma te hebben.
 
Eigenlijk is er pas echt sprake van bevruchting op het moment van het leggen van een bevrucht eitje. Tot dat moment ligt het sperma opgeslagen in de spermatheca. Men heeft hierin wel van 28 darren zaad gevonden (dus wel 28 paringen!). Op zich kan 1 dar voldoende sperma leveren voor het geheel vullen van de spermatheca. Blijkbaar werkt de koningin telkens een gedeelte naar buiten om uiteindelijk maar van zoveel mogelijk verschillende darren sperma te hebben.

Versie van 31 mrt 2009 13:59

Een jongen koningin kan natuurlijk niet eerder bevruchte eitjes leggen dan dat ze daartoe ook sperma heeft.

Hiervoor gaat ze een of meerdere keren op bruidsvlucht naar de darrenverzamelplaatsen om met een of meerdere darren te paren. Bij zo'n paring stulpt het geslachtsorgaan van de dar naar buiten waardoor deze direct het leven laat. Dit geslachtsorgaan blijft dan aan de konigin zitten het bevruchtingsteken en moet eerst door haar, of door een volgende dar worden verwijderd. Als dat niet lukt dan moet ze eerst weer naar het volk terug om zich door de werkbijen te laten helpen om het bevruchtingsteken te verwijderen. Hierna gaat ze zo nodig weer op weg naar een volgende paring.

Eigenlijk is er pas echt sprake van bevruchting op het moment van het leggen van een bevrucht eitje. Tot dat moment ligt het sperma opgeslagen in de spermatheca. Men heeft hierin wel van 28 darren zaad gevonden (dus wel 28 paringen!). Op zich kan 1 dar voldoende sperma leveren voor het geheel vullen van de spermatheca. Blijkbaar werkt de koningin telkens een gedeelte naar buiten om uiteindelijk maar van zoveel mogelijk verschillende darren sperma te hebben.

Voorafgaand aan de bruidsvlucht heeft de jongen koningin al wel een aantal oriënteringvluchten uitgevoerd, zodat ze de weg naar het volk ook weer goed weet terug te vinden. Welllicht verkend ze gedurende die oriënteringvluchten ook alvast de route naar de darrenverzamelplaatsen.

Terwijl de jonge koningin op bruidsvlucht is gaan de achtergeblven werkbijen vaak stertselen bij de vliegopening. Op die manier wapperen ze met hun vleugels geuren uit de ... in de lucht zodat de jonge koningin haar weg nog gemakkelijker weer terug vindt.

Voor moerloze volken is dat stertselen juist vaak een methode om te proberen om een koningin bij hen naar binnen te lokken (waarna het volk waar de jongen koningin vandaan kwam weer moerloos is).