Darrenbroedig

Uit Imkerpedia
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Een koningin is darrenbroedig als ze alleen onbevruchte eitjes legt. Deze onbevruchte eitjes legt ze bovendien niet alleen in darrenraat, maar tevens in werkstercellen die bedoeld zijn voor bevruchte eitjes[1]. Hierdoor ontstaat er bultbroed, dat er bobbelig en onregelmatig uitziet.


Een koningin is/wordt darrenbroedig:

  • als de moer niet bevrucht is (bijvoorbeeld als er een periode dergelijk slecht weer is dat er geen sprake kan zijn van bruidsvluchten)
  • als de spermavoorraad (in de spermatheca) op is.


Voetnoten

  1. Normaal gesproken zal een moer geen onbevruchte eitjes leggen in cellen die bedoeld zijn voor bevruchte eitjes. De moer meet namelijk altijd eerst de grootte van de cel met haar voorste poten, en legt er vervolgens een onbevrucht of een bevrucht ei in. Het ei komt uit de eierstok naar de vagina maar passeert daarbij de uitgang van de spermatheca. Hier kan de koningin blijkbaar bepalen of ze er een zaadcel aan toevoegt of niet. Een darrenbroedige moer zal waarschijnlijk nog steeds dat proces volgen, maar heeft geen sperma.