Darrenbroedig

Uit Imkerpedia
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Een koningin is darrenbroedig als ze alleen onbevruchte eitjes legt. Deze onbevruchte eitjes legt ze bovendien niet alleen in darrenraat, maar tevens in werkstercellen die bedoeld zijn voor bevruchte eitjes[1]. Hierdoor ontstaat er bultbroed, dat er bobbelig en onregelmatig uitziet.


Een koningin is/wordt darrenbroedig als ze in haar spermatheca geen sperma (meer) heeft. Dit kan verschillende oorzaken hebben:

  • De jonge moer heeft niet gepaard (dit kan bijvoorbeeld voorkomen als er een lange periode zodanig slecht weer is dat er geen sprake kan zijn van bruidsvluchten).
  • De oude moer heeft al zoveel eitjes bevrucht dat de spermatheca is uitgeput. Dit zal normaal gesproken nog niet in de eerste 2 levensjaren van een moer gebeuren, maar toch vervangen veel imkers hun koninginnen al na 1 jaar.
  • Moeren verschillen in hun spermaverbruik per bevruchting; moeren die meer sperma per bevruchting gebruiken zullen ook eerder een lege spermatheca hebben.


Mogelijke maatregelen:

  • Bij een volk met ook nog voldoende jonge bijen (dat dus nog niet zo lang darrenbroedig is) kan de darrenbroedige moer (eventueel met behulp van een koninginnenklem) worden uitgenomen en vervangen door een nieuwe bevruchte koningin in een invoerkooitje (met suikerdeeg als afsluiting zodat de bijen de koningin kunnen vrij eten).
  • De darrenbroedige moer verwijderen, en dan het darrenbroedige volkje met een krantje verenigen met een moergoed volk. Het moergoede volk moet bij die vereniging boven.
  • Als de darrenbroedige moer een jonge koningin is die die niet op bruidsvlucht heeft kunnen gaan, èn men heeft de oorspronkelijke oude moer uit het betreffend volk nog (bijvoorbeeld omdat je een veger hebt gemaakt), dan kun je ook die oude moer weer gewoon door de vliegopening naar binnen laten lopen.
  • De darrenbroedige moer is niet altijd te vinden. Indien er op het bultbroed ook redcellen te vinden zijn, dan kun je redelijk veilig aannemen dat de darrenbroedige moer al weg is. Je verwijdert dan het bultbroed, en hangt dan een raam met open broed van een ander volk in. Hierop worden redcellen getrokken. Als de eerste dop uit is, worden de overige doppen door de bijen zelf uitgebeten. Een week of vier na het inhangen van het raam kijk je of de nieuwe moer legt.
  • Wanneer een volk achtereenvolgens voor de tweede keer met een mislukking zit, dan zijn de bijen inmiddels oud en niet meer goed in staat om voor een broednestte zorgen. Men neemt dan de kast gewoon weg, het liefst bij goed weer en dracht, om vervolgens op een afstandje het volk van de ramen te schudden. De kastloze bijen bedelen zich dan wel weer in bij de buurvolken. De ramen met bultbroed worden gekopt en in andere volken gehangen om door de bijen te worden schoongemaakt[2]. De tijdelijk vervormde werksterscellen worden, zodra het darrenbroed is uitgelopen, weer door de bijen tot een normale cellen uitgebouwd.


Voetnoten

  1. Normaal gesproken zal een moer geen onbevruchte eitjes leggen in cellen die bedoeld zijn voor bevruchte eitjes. De moer meet namelijk altijd eerst de grootte van de cel met haar voorste poten, en legt er vervolgens een onbevrucht of een bevrucht ei in. Het ei komt uit de eierstok naar de vagina maar passeert daarbij de uitgang van de spermatheca. Hier kan de koningin blijkbaar bepalen of ze er een zaadcel aan toevoegt of niet. Een darrenbroedige moer zal waarschijnlijk nog steeds dat proces volgen, maar heeft geen sperma.
  2. Je kunt het darrenbroed, na het gekopt te hebben, ook zelf met een fijne waterstraal uit de cellen spoelen