Drachtpauze

Een drachtpauze is een periode waarin de hoeveelheid beschikbare nectar vermindert en het volk gedeeltelijk werkloos wordt. Een drachtpauze is voor bijen en andere nectareters een periode van gebrek en honger. Onze honingbij zal dan gelukkig de aangelegde voorraden honing en stuifmeel kunnen aanspreken.

Vanwege dergelijke drachtpauzes is het van belang om er bij het oogsten van de honing rekening mee te houden dat er voldoende voer in het bijenvolk achterblijft, of dat anders suikerwater of iets dergelijks wordt gevoerd.

We hebben van oudsher drachtpauzen tussen de voorjaars- (fruit e.d.), de zomer- (linde) en de najaarsdracht (heide) in.

Uiteraard verschilt dit per drachtgebied, en klimatoogsiche veranderingen leiden ook tot veranderingen / verschuivingen in de bloei.

In de latere herfst en winter is er uiteraard eveneens nauwelijks dracht, maar die periode wordt niet betiteld als drachtpauze.

Na de voorjaarsdracht in mei is er meestal een drachtpauze die de zwermneigingen van het volk kan vergroten.

Een drachtpauze kan ook ontstaan door een chemische onkruidbestrijding en door snoeien en maaien op een verkeerd moment.