Dwergmispel
(Latijnse naam: Cotoneaster)
Omschrijving en kenmerken
De dwergmispel is een geslacht van zo'n kleine 70 soorten, en komt in de Lage landen in veel openbaar plantsoen voor. De winterharde dwergmispel is een struik tot kleine boom (tot 3 meter hoog) met vele vormen en variëteiten en eveneens uitstekend geschikt voor bonsai.
De Latijnse naam Cotoneaster betekent 'lijkt op' (aster) 'kweepeer' (cotone).
In de winter geeft een dwergmispel vooral kleur door de vele rode bessen, maar in een zachte winter kunnen ook de blaadjes aan de plantjes blijven zitten. In de meest ondankbare situaties kan de dwergmispel vaak toch nog gedeien. Zo kan er tussen een paar stoeptegels ook zomaar een (door de bessenetende volgels uitgezaaide) cotoneaster opkomen. De omstandigheden zijn wel van invloed op de bloei en dus op de bessen later.
Van oorsprong komt de dwergmispel voor in Europa, Noord-Afrika, Azië, China, Siberië en in de Himalaya.
Cotoneaster congestus:
- Bloeiperiode: september - oktober
- Grootte: tot 60 centimeter hoog
- Bevlieging door honingbijen: (np)4
Cotoneaster franchetii:
- Bloeiperiode: juni - juli
- Grootte: tot 3 meter hoog
- Bevlieging door honingbijen: (np)1
Cotoneaster frigidus:
- Bloeiperiode: juni - juli
- Grootte: tot 10 meter hoog
- Bevlieging door honingbijen: (np)5
Cotoneaster horizontalis (Vlakke dwergmispel)"
- Bloeiperiode: mei - juli
- Grootte: tot 1 meter hoog
- Bevlieging door honingbijen: (np)5
Cotoneaster lacteus:
- Bloeiperiode: juli
- Grootte: tot 4 meter hoog
- Bevlieging door honingbijen: (np)5
Cotoneaster salicifolius:
- Bloeiperiode: juni
- Grootte: tot 5 meter hoog
- Bevlieging door honingbijen: (np)4
Filmpje
Opname 11 mei 2011 van een van de vele perkjes met cotoneaster in Apeldoorn (zoals ze ook in vele andere plaatsen in het openbaar groen voorkomen).