Eitjes: verschil tussen versies

Uit Imkerpedia
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Regel 4: Regel 4:
 
Ze legt dan dagelijks zo'n 300 - 2000 eitjes. Per jaar circa 130.000. In haar heel leven dus zo'n 500.000.
 
Ze legt dan dagelijks zo'n 300 - 2000 eitjes. Per jaar circa 130.000. In haar heel leven dus zo'n 500.000.
  
Eitjes, die net gelegd zijn staan haaks op de celbodem. Zijn de eitjes wat ouder dan liggen ze tegen de bodem van de cel.
+
Eitjes, die net gelegd zijn staan haaks op de celbodem, in elke variant tussen recht en schuin.
  
Na 3 dagen komt er uit het eitje een [[larven|larve]]. Eitjes en larven heten samen [[open broed]]
+
Na drie dagen, vlak voor het uitkomen lost de 'schaal' of huid van het eitje op, en komt het eitje / aankomend [[larven|larfje]] plat tegen de celbodem.  
  
De [[moer]] meet altijd eerst de grootte van de cel met haar voorste poten, en legt er vervolgens een onbevrucht of een bevrucht ei in. Het ei komt uit de eierstok naar de vagina maar passeert daarbij de uitgang van de [[spermatheca]]. Hier kan de koningin blijkbaar bepalen of ze er een zaadcel aan toevoegt of niet.
+
Eitjes en larven heten samen [[open broed]].
 +
 
 +
De [[moer]] meet altijd eerst de grootte van de cel met haar voorste poten, en legt er vervolgens een onbevrucht of een bevrucht ei in. De koningin kan dat bepalen via het volgende 'mechaniek': onderweg van de eierstok naar de vagina passeert het eitje de uitgang van de [[spermatheca]], en de koningin voegt daar dan al dan niet een zaadcel aan het eitje toe.

Versie van 28 mei 2010 19:37

Eitjes die nog niet zo lang geleden zijn gelegd want ze staan nog min of meer haaks op de celbodem.

In Nederland legt de koningin van onze honingbij haar eieren ongeveer van februari tot augustus. Dit hangt ook af van het weer, de dracht ter plekke, etc.

Ze legt dan dagelijks zo'n 300 - 2000 eitjes. Per jaar circa 130.000. In haar heel leven dus zo'n 500.000.

Eitjes, die net gelegd zijn staan haaks op de celbodem, in elke variant tussen recht en schuin.

Na drie dagen, vlak voor het uitkomen lost de 'schaal' of huid van het eitje op, en komt het eitje / aankomend larfje plat tegen de celbodem.

Eitjes en larven heten samen open broed.

De moer meet altijd eerst de grootte van de cel met haar voorste poten, en legt er vervolgens een onbevrucht of een bevrucht ei in. De koningin kan dat bepalen via het volgende 'mechaniek': onderweg van de eierstok naar de vagina passeert het eitje de uitgang van de spermatheca, en de koningin voegt daar dan al dan niet een zaadcel aan het eitje toe.