Griekse korf

Sinds mensenheugenis gebruiken imkers in Griekenland korven met nauwe onder- en een wijde bovenzijde. De open bovenkant is met ca 37 mm brede houten latten afgedekt. Deze latten zijn aan de bovenzijde bol geschaafd. Op deze bolling bouwen de bijen hun raten, die niet aan de wanden van de korf worden bevestigd.. z.g. losse bouw.

Het uitbreiden van een volk kan door enkele latten met broed en bijen in een nieuwe korf te hangen.

Dit proces is reeds door Aristotoles beschreven.

In 1682 zijn deze korven beschreven door Sir George Wheler in een reisverslag.

De essentie van deze wijze van imkeren bleef lang onduidelijk tot dat 150 jaar later Langstroth de 'ontdekking' van de bijenruimte begreep, waardoor langs andere weg tot de losse bouw werd overgegaan.

Deze kasten zijn ook in gebruik in Nepal als bovenlattenkast.

In Nigeria zijn deze kasten ook in gebruik. De bekende benaming hiervoor is de Top Bar Hive.