Heddon Bee Hive
Omschrijving
James Heddon beschreef en patenteerde zijn 'Heddon Bee Hive' (de Heddon bijenkast) in 1885.[1] James Heddon was in de Verenigde Staten de voortrekker van de zogeheten "Contraction method" (beperking broednest) die aldaar tussen 1876 en 1906 werd toegepast.[2]
De Heddon kast is gebaseerd op de volgende uitgangspunten:
1. Ten tijde van dracht moet de broedruimte dermate fors worden beperkt dat de bijen wel naar de honingkamer moeten:
De broedruimte van de Heddon kast bestaat daartoe uit 2 horizontale op elkaar liggende kastdelen met ieder acht tamelijk lage ramen (5 1/8 inch hoog x 18 1/16 inch lang = circa 136,5 mm hoog x 457,35 mm lang). Ter beperking van de broedruimte wordt simpelweg een kastdeel verwijderd.
2. Verstoring van de natuurlijke opbouw van het broednest leidt er toe dat er honing (naar de honingkamer) wordt verplaatst omdat de bijen z.s.m. de natuurlijke opbouw weer willen herstellen
Een vrije vertaling van blz 85 uit "Success in Bee Culture as Practiced and Advised by James Heddon": Bijen slaan ook in een broedraam honing op vlak langs de toptlat en in de bovenste hoeken van het raam. Al met al wordt ongeveer 25 procent van een broedraam gevuld met honing. Als je zo'n broedraam dan omdraait dan bevind deze honing zich op een plek waar normaal gesproken broed zit. In het broedseizoen, waarin de bijen niet genegen zijn om de hoeveelheid broed te verminderen, zal deze honing onmiddelijk naar de honingkamer worden gebracht. Al snel zal het gehele broedraam één plaat broed zijn.
De kastdelen van de Heddon kast, maar ook individuele losse ramen, kunnen hiertoe op de kop worden gezet: de ramen passen voor en achter precies in de kast (daar geen bijenruimte dus) en worden via houten schroeven in de zijkanten van de kast stevig tegen elkaar aan geduwd. De ramen hebben geen oortjes, maar rusten onderin de kast op een tinnen strip. Tussen de boven elkaar staande ramen (dus in verschillende kastdelen) is er wel sprake van de bijenruimte).
Van het omkeren van van de kastdelen werd tevens verwacht dat dit de zwermneiging zou onderdrukken. De uit 2 kastdelen bestaande broedruimte van de Heddon kast was echter zodanig klein dat deze de zwermneiging juist bevorderde, bovendien kon in deze broedruimte onvoldoende een volk worden opgebouw dat groot genoeg was voor een goede honingoogst.
In 1895 noemde Amos Ives Root (toenmalig in de Verenigde Staten een andere autoriteit op het gebied van bijenteelt) de Heddon kast een mislukking. Naar zijn mening:
- had het idee van beperking van de broedruimte veel beter kunnen functioneren als het broednest van de Heddon kast uit 3 of 4 kastdelen had bestaan,
- was het idee van broedraampjes zonder bijenruimte aan de voor en achterkant in de praktijk rampzalig omdat deze door vochtwerking vaak zo vast als een bankschroef kwamen te zitten.
"Het principe van kleine kasten en buitensporige (broed- , red.) beperking is gebleken een monumentale blunder te zijn, dat bijna het bijenhouden in de jaren '90 heeft geruïneerd" [3]
De beschreven effecten van het op de kop zetten van het broednest (het verplaatsen van honing, en het onderdrukken van de zwermneiging) vinden we heden ten dage ook weer terug bij de Roterende Broedraamkast
Datering
1880 - 1900
Voorkomen
Europa en Amerika
Voetnoten