Honing oogsten: verschil tussen versies
k |
|||
| (4 tussenliggende versies door dezelfde gebruiker niet weergegeven) | |||
| Regel 1: | Regel 1: | ||
Een imker kan meerdere keren per jaar (van mei tot in augustus) [[honing]] oogsten van een volk. | Een imker kan meerdere keren per jaar (van mei tot in augustus) [[honing]] oogsten van een volk. | ||
| + | Als de kasten zwaar voelen van de honing en de honingraten goed<ref name="voldoende">Honingramen moeten bij het oogsten voor minstens 3/4 verzegeld zijn.</ref> [[verzegelen|verzegeld]] zijn, gaat de imker de honing afnemen. | ||
| − | + | De imker oogst de honing bij voorkeur in de vroege morgen voordat de bijen "wakker" zijn. Als er nog gen activiteit is veeg je de bijen makkelijk van de ramen en hebben ze nog niet de neiging te gaan [[Roverij|roven]]. Je hoeft dan meestal niet eens de afgeveegde ramen af te dekken. Bovendien zit er in de vroege morgen nog geen verse nectar in de raten. Optimaal is vlak na een koude nacht, en liefst enkele dagen na het begin van een [[drachtpauze]]. | |
| − | |||
| − | |||
| − | De imker oogst de honing bij voorkeur in de vroege morgen voordat de bijen "wakker" zijn. Als er nog gen activiteit is veeg je de bijen makkelijk van de ramen en hebben ze nog niet de neiging te gaan [[Roverij|roven]]. Je hoeft dan meestal niet eens de afgeveegde ramen af te dekken. Bovendien zit er in de vroege morgen nog geen verse nectar in de raten. Optimaal is vlak na een koude nacht, en liefst enkele dagen na een drachtpauze. | ||
De bijen hebben immers heel wat werk te verzetten om de honing in te dikken. Geef ze wat tijd. Koude lucht is droge lucht die, na verwarming door de bijen tot ± 35°C, veel meer vocht kan opnemen dan al warme buitenlucht (die daarmee ook zelf al vochtiger is). | De bijen hebben immers heel wat werk te verzetten om de honing in te dikken. Geef ze wat tijd. Koude lucht is droge lucht die, na verwarming door de bijen tot ± 35°C, veel meer vocht kan opnemen dan al warme buitenlucht (die daarmee ook zelf al vochtiger is). | ||
| − | + | Onvoldoende<ref name="voldoende" /> verzegelde honing is vaak minder ingedikt, vochtiger, en een hoger vochtgehalte benadeelt de houdbaarheid van de geslingerde honing: | |
| − | |||
* bij een vochtgehalte van 20% is honing ca. 3 maanden houdbaar | * bij een vochtgehalte van 20% is honing ca. 3 maanden houdbaar | ||
* bij een vochtgehalte van 19% is honing ca. 6 maanden houdbaar | * bij een vochtgehalte van 19% is honing ca. 6 maanden houdbaar | ||
| Regel 16: | Regel 13: | ||
* bij een vochtgehalte van 17% is honing ca. 2 jaar houdbaar. | * bij een vochtgehalte van 17% is honing ca. 2 jaar houdbaar. | ||
| + | Oogst geen ramen met honing waar ook broed in zit, laat deze honing aan de bijen. De bijen hebben immers ook voedsel nodig. Na de oogst opletten of er voldoende [[dracht]] voor de bijen blijft, anders [[voer|voeren]]. | ||
| − | + | Bij het bijen-vrij krijgen van de te oogsten ramen heeft zowel [[beroken]] als [[stoten|afstoten]] nadelen: | |
| + | * het beroken kan de honing een rookgeur geven, en | ||
| + | * met het stoten veroorzaak je wellicht scheurtjes in de afdichtende wasdekseltjesje. | ||
| + | ** Dit is uiteraard geen probleem als je de honing direct na de oogst gaat [[honing slingeren|slingeren]], hetgeen overigens ook als voordeel heeft dat de honing dan nog warm (en daardoor vloeibaarder en dus gemakkelijker uitslingerbaar) is. | ||
| − | + | Het gebruik van een '''[[bijenuitlaat]]''' heeft deze nadelen niet. | |
| − | + | ==Voetnoten== | |
| + | <references /> | ||
Huidige versie van 29 sep 2017 om 14:33
Een imker kan meerdere keren per jaar (van mei tot in augustus) honing oogsten van een volk.
Als de kasten zwaar voelen van de honing en de honingraten goed[1] verzegeld zijn, gaat de imker de honing afnemen.
De imker oogst de honing bij voorkeur in de vroege morgen voordat de bijen "wakker" zijn. Als er nog gen activiteit is veeg je de bijen makkelijk van de ramen en hebben ze nog niet de neiging te gaan roven. Je hoeft dan meestal niet eens de afgeveegde ramen af te dekken. Bovendien zit er in de vroege morgen nog geen verse nectar in de raten. Optimaal is vlak na een koude nacht, en liefst enkele dagen na het begin van een drachtpauze.
De bijen hebben immers heel wat werk te verzetten om de honing in te dikken. Geef ze wat tijd. Koude lucht is droge lucht die, na verwarming door de bijen tot ± 35°C, veel meer vocht kan opnemen dan al warme buitenlucht (die daarmee ook zelf al vochtiger is).
Onvoldoende[1] verzegelde honing is vaak minder ingedikt, vochtiger, en een hoger vochtgehalte benadeelt de houdbaarheid van de geslingerde honing:
- bij een vochtgehalte van 20% is honing ca. 3 maanden houdbaar
- bij een vochtgehalte van 19% is honing ca. 6 maanden houdbaar
- bij een vochtgehalte van 18% is honing ca. 12 maanden houdbaar
- bij een vochtgehalte van 17% is honing ca. 2 jaar houdbaar.
Oogst geen ramen met honing waar ook broed in zit, laat deze honing aan de bijen. De bijen hebben immers ook voedsel nodig. Na de oogst opletten of er voldoende dracht voor de bijen blijft, anders voeren.
Bij het bijen-vrij krijgen van de te oogsten ramen heeft zowel beroken als afstoten nadelen:
- het beroken kan de honing een rookgeur geven, en
- met het stoten veroorzaak je wellicht scheurtjes in de afdichtende wasdekseltjesje.
- Dit is uiteraard geen probleem als je de honing direct na de oogst gaat slingeren, hetgeen overigens ook als voordeel heeft dat de honing dan nog warm (en daardoor vloeibaarder en dus gemakkelijker uitslingerbaar) is.
Het gebruik van een bijenuitlaat heeft deze nadelen niet.