Huberkast

Uit Imkerpedia
Versie door Albert Stoter (overleg | bijdragen) op 26 mrt 2010 om 12:59
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
The printable version is no longer supported and may have rendering errors. Please update your browser bookmarks and please use the default browser print function instead.

Omschrijving

De wereldbekende doorbladerbare observatiekast van François Huber. De frames waren aan de achterzijde met elkaar verbonden; als de raampjes werden dichtgeklapt, vormden de zijlatten de wand van de kast. Aan de bovenlatjes van de frames liet Huber een reepje was aanbrengen; de bijen bouwden het raam keurig vol.


Een ander versie van de Huberkast; wel bladeren (zogeheten 'leafs'), maar niet perse in boekvorm. De buitenste ramen hadden een glazen deur die kon worden verduisterd (wordt niet op het plaatje getoond). [1] Dit plaatje komt uit een boek van Edward Bevan die ergens voor 1827 zijn Bevankast toch weer met alleen bovenlatjes ontwikkelde omdat zo'n kast met ramen volgens hem te duur was om nog winst met de bijen te kunnen maken.

Toen de zwitser François Huber vanwege blindheid zelf het gedrag van zijn bijen niet meer zelf kon waarnemen, liet hij een doorbladerbare kast, een kast in boekvorm, bouwen.


(Deze kast heeft zijn rol gespeeld in de uiteindelijke ontwikkeling van de uitneembare ramen aangezien ook Langstroth - de uiteindelijke uitvinder van de uitneembare ramen - eerst nog een korte periode met deze doorbladerbare kast heeft gewerkt.)


Als Huber zijn bijen wilde observeren moesten anderen door het boek bladeren en hem nauwkeurig vertellen wat zij waarnamen.

Deze "waarnemingen" vormen de basis voor zijn voornaamste boek “Nouvelles observations sur les abeilles”.

In zijn boek schrijft Huber aan Bonnet: "tussen de raten moeten wij gelijke afstanden in acht nemen". Over welke afstand rept hij niet, maar intuïtief koos hij de goede.


Ook de fransman Henri Muller bond een aantal houten ramen tegen elkaar aan bij wijze van wandloze kast. Muller geeft zijn ramen een trapeziumvorm, van onderen breed, van boven smal, terwijl de zijramen naar de kanten toe een steeds dikkere toplat krijgen. De inwendige ruimte moet zoveel mogelijk dezelfde vorm hebben als het inwendige van een korf.


Datering

1787


Voetnoten

  1. Edward Bevan, M.D.. The honey bee; its natural history, physiology, and management. Philadelphia: Carey and Hart, 1843. (eerste editie van dit boek dateert echter al uit 1827)


Navigatie