Karl Ritter von Frisch: verschil tussen versies

Uit Imkerpedia
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
(Nieuwe pagina aangemaakt met 'Karl Ritter von Frisch (Wenen, 20 november 1886 - München, 12 juni 1982) was een Oostenrijks zoöloog en etholoog. Hij ontdekte dat bijen in verband met voedsel comm...')
 
Regel 1: Regel 1:
 
Karl Ritter von Frisch (Wenen, 20 november 1886 - München, 12 juni 1982) was een Oostenrijks zoöloog en etholoog.
 
Karl Ritter von Frisch (Wenen, 20 november 1886 - München, 12 juni 1982) was een Oostenrijks zoöloog en etholoog.
  
Hij ontdekte dat bijen in verband met voedsel communiceren door middel van een [[bijendans]]
+
Hij ontdekte dat bijen in verband met voedsel communiceren door middel van een [[bijendans]]. Von Frisch deed deze ontdekking met behulp van een doorzichtige bijenkorf. Hij plaatste een voedselbron op een bepaalde afstand en een helper die bij die voedselbron stond gaf de bij die de voedselbron ontdekte een stipje met verf. Zo kon men zien wat die bij met het stipje deed in de bijenkorf om de andere bijen duidelijk te maken dat hij een voedselbron had ontdekt op een bepaalde afstand in een bepaalde hoek ten opzichte van de bijenkorf. Onder andere voor dit werk kreeg Karl von Frisch in 1973 samen met Konrad Lorenz en Nikolaas Tinbergen de Nobelprijs voor fysiologie en geneeskunde.

Versie van 7 apr 2009 13:29

Karl Ritter von Frisch (Wenen, 20 november 1886 - München, 12 juni 1982) was een Oostenrijks zoöloog en etholoog.

Hij ontdekte dat bijen in verband met voedsel communiceren door middel van een bijendans. Von Frisch deed deze ontdekking met behulp van een doorzichtige bijenkorf. Hij plaatste een voedselbron op een bepaalde afstand en een helper die bij die voedselbron stond gaf de bij die de voedselbron ontdekte een stipje met verf. Zo kon men zien wat die bij met het stipje deed in de bijenkorf om de andere bijen duidelijk te maken dat hij een voedselbron had ontdekt op een bepaalde afstand in een bepaalde hoek ten opzichte van de bijenkorf. Onder andere voor dit werk kreeg Karl von Frisch in 1973 samen met Konrad Lorenz en Nikolaas Tinbergen de Nobelprijs voor fysiologie en geneeskunde.