Kaukasische scheefkelk
(Latijnse naam: Arabis caucasica)
Omschrijving en kenmerken
De Kaukasische scheefkelk wordt meestal 'Rijstebrij' of 'Randjesbloem genoemd, maar omdat deze namen ook vaak worden gebruikt voor de Arabis blepharophylla wordt binnen Imkerpedia liever de (weliswaar minder voorkomende) naam Kaukasische scheefkelk gehanteerd.
Net als de andere soorten uit het geslacht Arabis is de Kaukasische scheefkelk een groenblijvende winterharde plant. De bladeren van de Kaukasische scheefkelk worden in de winter grijsgroen.
Het is zowel een lage als een dicht bebloemde plant met korte trosjes, zodat het gedurende de bloei een kussenachtig uiterlijk heeft. De Kaukasische scheefkelk is een uitstekende plant voor de border en ook populair in rotstuinen. De bloemen zijn meestal wit, maar roze variëteiten bestaan ook.
De Kaukasische scheefkelk komt van oorsprong uit het oostelijk Middellandse Zeegebied tot in de Kaukasus.
De Kaukasische scheefkelk houdt van een zonnige, normale en niet te nat blijvende tuingrond.
Een aantal jaren na de aanplant wordt de plant losser en ontstaan er open plekken waar gemakkelijk alsnog onkruid kan gaan groeien. De plant moet dan worden gescheurd en opnieuw geplant door kleine groepjes van 3 rozetten plus stengels bij elkaar in de grond te steken.
Al met al kan zo wel een groot bestand van deze plant worden opgebouwd. Het valt te verwachten dat zo'n groot bestand (nog) drukker bevlogen dan die ene alleenstaande pol uit onderstaand filmpje.
- Bloeiperiode: maart - juli
- Grootte: 15 -30 centimeter hoog
- Bevlieging door honingbijen: (np)3
- Kleur stuifmeel: geel groenig, maar in het korfje van de bij donkerder (zie foto's).
Filmpje
Onderstaand een filmpje (van 29 maart 2011) waarop onze honingbij op de Kaukasische scheefkelk vliegt. In dezelfde periode werd er ook volop op o.a. de wilg gevlogen, maar toch werd er (uiteraard in veel geringere mate) ook op deze Kaukasische scheefkelk gevlogen. Onze honingbij "weet" dat gevarieerd eten belangrijk is.