Kikkertkast

Uit Imkerpedia
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

Omschrijving

De Kikkertkast is ontwikkeld door Bé Kikkert, die in 1965 op 12-jarige leeftijd begon met het houden van onze honingbij.

De Kikkertkast bevat 12 simplexramen. Deze ramen zijn voorzien van afstandblokjes en worden verticaal bedraad, zonder zaagsnede. Door meer ramen te gebruiken dan in de simplex- of spaarkast is de warmtehuishouding in de kast beter en kunnen de volken groter worden.

De broedkamers zijn voorzien van een inkeping aan onder en bovenzijde waardoor de kasten goed op elkaar passen, wat verschuiven bij het reizen voorkomt en waardoor het vastkitten van de kasten onderling niet voor komt.

De broedkamer wordt ook als honingkamer gebruikt wat standaardisering van materiaal tot gevolg heeft.

De omkeerbare (boven- en onderkant) en inschuifbare vliegplank volgens Kikkert. Hier ook gebruikt bij een Segeberger.


De bodem, en daarvan vooral de vliegplank, is de grootste bijzonderheid van de kikkertkast. De bodem is voorzien van gaasbodem en heeft ruimte voor het plaatsen van een Varroa-kontrole bodem, en staat dus altijd vrij van de bodem voor een voldoende ventilatie. De vliegplank is inschuifbaar en omkeerbaar. Voor het reizen kan de losse vliegplank geheel worden dichtgezet, in het voorjaar of winter, kan deze iets worden geopend waardoor een kleine vliegopening ontstaat. In de zomer keert men de vliegplank om voor een volledige opening van de vliegplank. Bij het volledig sluiten is de kast volledig vlak, zonder uitsteeksels wat het "stapelen" bij het vervoer vereenvoudigd.

Datering

2002- heden

Voorkomen

Noord-Nederland

Navigatie