Koninginnengelei: verschil tussen versies

Uit Imkerpedia
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
k
 
Regel 6: Regel 6:
  
 
Koninginnengelei wordt in enorme hoeveelheden zowel gevoerd aan reeds volwassen [[koningin]]nen als aan aanstaande koninginnen (oftewel de [[larven]] in [[moerdoppen]]). Zowel koningin als koninginnenlarven krijgen geen ander voedsel.
 
Koninginnengelei wordt in enorme hoeveelheden zowel gevoerd aan reeds volwassen [[koningin]]nen als aan aanstaande koninginnen (oftewel de [[larven]] in [[moerdoppen]]). Zowel koningin als koninginnenlarven krijgen geen ander voedsel.
 +
 +
Koninginnengelei wordt ook wel Royal Jelly, Bijenmelk, Bijenpap, Bijenbrij of Gelee Royal genoemd.
 +
In 1763 als geneesmiddel ontdekt door de Nederlandse zoöloog ''Jan Swammerdam''.
 +
 +
 +
Van bijenbrood (Perga) maken jonge voedsterbijen de koninginnengelei onder toevoeging van enzymen die
 +
zich in de kop van de bij bevinden. Het broedvoedsel wordt in de cellen met een eitje gebracht.
 +
De larven van werkbij, dar of moer consumeren die bijenpap wat een zeer rijke voedselbron is.
 +
De bijenmelk voor de moer is echter veel rijker aan opbouwende voedingsstoffen en de moer krijgt er ook
 +
veel meer van onderverdeeld in de soorten dikke en dunne koninginnengelei.
 +
Een moercel bevat een derde gram met een maximum op de derde dag, dus zes dagen na het leggen van
 +
een eitje.
 +
 +
De gelei smaakt zurig en ietwat ranzig, en na oogsten zeer beperkt houdbaar, vandaar een directe
 +
verwerking in diverse oplossingen als sorbitol, honing of verwerking in capsules als gelyophiliserde
 +
(gedroogde) gelei of gevriesdroogd.
  
  

Huidige versie van 28 jan 2021 om 12:26

Functie en samenstelling

Op deze foto, genomen vanaf de onderkant van een opengewerkte moerdop, is goed te zien hoe overweldigend veel koninginnengelei zo'n koninklijk larfje krijgt. Werksterlarven krijgen veel kleinere hoeveelheden "gewone" voedersappen (die - afhankelijk van de leeftijd van het larfje - worden aangevuld met nectar, honing, water, en bijenbrood.

Koninginnengelei[1] is een door voedsterbijen geproduceerd voedersap met een speciale samenstelling. Koningennengelei bestaat uit vetrijke en eiwitrijke afscheidingen van de voedersapklieren, en heeft een hoger suikergehalte en een andere vitaminensamenstelling dan de voedersappen voor de andere bijen en larven.

Koninginnengelei wordt in enorme hoeveelheden zowel gevoerd aan reeds volwassen koninginnen als aan aanstaande koninginnen (oftewel de larven in moerdoppen). Zowel koningin als koninginnenlarven krijgen geen ander voedsel.

Koninginnengelei wordt ook wel Royal Jelly, Bijenmelk, Bijenpap, Bijenbrij of Gelee Royal genoemd. In 1763 als geneesmiddel ontdekt door de Nederlandse zoöloog Jan Swammerdam.


Van bijenbrood (Perga) maken jonge voedsterbijen de koninginnengelei onder toevoeging van enzymen die zich in de kop van de bij bevinden. Het broedvoedsel wordt in de cellen met een eitje gebracht. De larven van werkbij, dar of moer consumeren die bijenpap wat een zeer rijke voedselbron is. De bijenmelk voor de moer is echter veel rijker aan opbouwende voedingsstoffen en de moer krijgt er ook veel meer van onderverdeeld in de soorten dikke en dunne koninginnengelei. Een moercel bevat een derde gram met een maximum op de derde dag, dus zes dagen na het leggen van een eitje.

De gelei smaakt zurig en ietwat ranzig, en na oogsten zeer beperkt houdbaar, vandaar een directe verwerking in diverse oplossingen als sorbitol, honing of verwerking in capsules als gelyophiliserde (gedroogde) gelei of gevriesdroogd.


De belangrijkste bestanddelen (met gemiddelde waarden) van koninginnengelei zijn:

  • 60 - 70% water
  • 9 - 18% eiwitten (Apisimin, Apalbumin, Royalisin, Peptide, Aminozuren)
  • 11 - 25% Suiker (3-13% Fructose, 4-8% Glucose]], 0,5-2,0% Sacharose)
  • 2 - 8% vetten
  • 1 - 6% 10-hydroxydecanoïnezuur vanuit de Mandibelklieren.
  • Vitaminen (Thiamine, Riboflavine, Pyridoxine, Niacine, Pantotheenzuur, Biotine, Foliumzuur)
  • Sterine
  • Gamma globuline
  • Biopterine(=biomolecuul) en Neopterine
  • Mineralen en sporenelementen (0,8-3,0% as)

De pH-waarde van koninginnengelei 3,4 - 4,5


Zowel een koningin als een werkbij komt uit een bevrucht eitje. Daarin is verder geen verschil. Vooral door de koninginnengelei (en een intensieve verzorging die werkelijk zorgt voor een overdadige hoeveelheid koninginnengelei) wordt een larfje koningin in plaats van een "gewone" werkbij. In geval van nood kan ook een larve bedoeld als werkbij nog een koningin worden (zie redcel).


Betekenis van de stoffen voor de mensen.

In het engels heet koninginnengelei -zoals op dit voor de consument gereed potje - 'Royal Jelly', in het frans 'Gelee Royale', en in het duits 'Weiselfuttersaft'.

Koninginnengelei wordt ook voor menselijke consumptie verkocht als vitaliserende voeding, en er worden o.a. de volgende gezondheidseigenschappen aan toegeschreven:

  • Antimicrobieel,
  • Kankercelremmend,
  • Beinvloeding van bloeddruk en diabetis,
  • Verhoging van de celvitaliteit en celdelingstijden.


Oogsten en verwerking

  • Koninginnenteeltdoppen met eendagslarven worden in een moerloos volk geplaatst.
  • De bijen nemen hopelijk zo veel mogelijk van deze doppen aan, en gaan deze dan verzorgen en ruim voeren met de koninginnegelei.
  • Na 3 dagen worden de doppen uit het volk genomen, en worden de in de cellen aanwezige voedersappen afgezogen.
  • Koninginnegelei wordt gereinigd door een filteringsproces.
  • De verzamelde Koninginnegelei wordt daarna ingevroren of gevriesdroogd.


Voetnoten

  1. Koninginnengelei wordt ook wel koninginnenbrood, koninginnenbrij, koninginnenmelk, koninginnensap, of koninginnenpap genoemd