Koninginnenteelt middels overlarven

Uit Imkerpedia
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

In de koninginnenteelt geldt als belangrijkste leidraad: hoe eerder en hoe meer een larfje koninginnengelei krijgt, hoe beter de koningin. Immers, alle bevruchte eitjes worden vrouwtjes. De koninginnegelei “maakt” de koningin.


Een koningin uit een redcel is daarom ook vaak kleiner omdat zo'n larfje in het begin vaak nog niet voldoende koninginnegelei heeft gehad. De bijen zullen namelijk ook van al oudere larfjes koninginnen maken omdat er dan sneller een nieuwe koningin is. Zo’n redcel moer is daarom vaak ook kwalitatief minder (bijvoorbeeld eerder darrenbroedig).


Kortom: bij optimale koninginnenteelt dient een larfje vanaf de 1e dag als aanstaande koningin te worden gevoed.


Deze doelstelling wordt in deze koninginnenteelt middels overlarven bereikt door het verplaatsen (overlarven) van 1e dags larfjes naar kunstmatige moercellen (koninginnenteeltdopjes) die vervolgens naar een eveneens kunstmatige gecreëerde situatie met een overdaad aan voedsterbijen wordt gebracht (te weten de starter).


Deze methode met behulp van overlarven kan bovendien voor heel veel nateelt zorgen van die ene beste, ras, of buckfastkoningin. Dit is dan ook de methode die gebruikt wordt door de koninginnentelers waarvan men jonge carnica- of buckfast koninginnen kan verkrijgen.


Onderstaand wordt niet precies aangegeven wanneer u precies met welke activiteiten moet starten omdat deze timing is terug te vinden op de koninginnenteeltkalender.

  • Enkele weken voorafgaand aan het overlarven kunnen we het volk op schone kunstraat zetten om de verspreiding van virussen zoveel mogelijk tegen te gaan.
  • Ten gunste van de kwaliteit van de eitjes (en bijgevolg de larfjes) kan worden besloten om de teeltkoningin krap te zetten zodat het aantal eitjes wordt gemaximalisserd (op zo'n 300 eitjes per dag). Dat kan bijvoorbeeld in een zesramer waarbij steeds broed wordt weggenomen.
  • voorafgaand aan het overlarven bevochtig je deze doppen met een klein drupje verdunde koninginnengelei.
  • Na het overlarven worden de inmiddels met larfjes gevulde koninginnenteeltdopjes in een starter gedaan.
  • na een dag worden de koninginnenteeltdopjes al weer uit de starter gehaald (en de starter opgeheven), waarna de aangenomen dopjes naar een pleegvolk gaan.

wordt vervolgd