Pleegvolk

In een pleegvolk worden een aantal aanstaande koninginnen verpleegd vanuit de koninginnenteelt middels overlarven.

Plaats de door de starter aangeblazen doppen tussen ramen met veel jong open broed. Dit trekt de noodzakelijke voedster bijen aan.

Het plaatsen van de aangeblazen doppen in een honingkamer zonder broed, geeft meestal een slecht resultaat. Door een tekort aan voedsterbijen, en door een te lage temperatuur.

Het is belangrijk dat de aangeblazen doppen niet door de moer van het pleegvolk kunnen worden verwijderd. Deze moet er dus niet bij kunnen komen. Dit kun je op de volgende manieren bereiken:

• plaats de aangeblazen doppen tussen het (liefst open) broed in een raam dat aan beide zijden is afgesloten met een moerrooster, of
• zorg dat de moer in het broednest onder een moerrooster zit en verplaats zelf wat ramen met veel jong open broed boven dat rooster (om daar de aangeblazen doppen vervolgens tussen te plaatsen).

In een tijdsbestek van ca. 5 dagen wordt elke koningin in wording 20.000 maal gevoerd! Hang niet meer dan 8 à 9 aangeblazen doppen in één pleegvolk. De pleegvolken, die larven te verzorgen hebben worden continue gevoerd met honingwater (30% water), ook al komt er dracht binnen.

Ook bijvoorbeeld een tussenaflegger of een na 9 dagen hopeloos moerloos gemaakte broedaflegger kunnen als pleegvolk worden gebruikt.