Reinigingsvlucht: verschil tussen versies

Uit Imkerpedia
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
k
 
Regel 1: Regel 1:
 
[[image:Ontlastende-honingbij.jpg|thumb|350px|right|Deze honingbij is voor het ontlasten eerst rustig op een takje gaan zitten. Het is duidelijk dat het ontlasten inmiddels wel nodig was.]]
 
[[image:Ontlastende-honingbij.jpg|thumb|350px|right|Deze honingbij is voor het ontlasten eerst rustig op een takje gaan zitten. Het is duidelijk dat het ontlasten inmiddels wel nodig was.]]
Als het in de winter koud is dan blijven de bijen binnen (en als het heel koud is op de [[wintertros]]). Om op temperatuur te blijven eten ze de voor de winter opgeslagen voedselvoorraad op. Afhankelijk van het type honing zitten hier meer of minder onverteerbare delen in<ref>Naast andere stoffen kan dat ook gaan om de omhulsels van [[stuifmeel]], waarvan de inhoud al dan niet door de honingbij is verteerd.</ref><ref>In het bij de [[inwintering]] gebruikte suikerwater zitten normaal gesproken maar weinig onverteerbare delen. Bovendien is [[onze honingbij]] er van nature - met haar erg rekbare endeldarm - natuurlijk wel op gebouwd dat ze voldoende afvalstoffen in haar darmen kan accepteren om een behoorlijke winterperiode door te komen. Door een combinatie van te veel afvalstoffen, een te lange winterperiode, en/of verstoringen kan er echter [[roer]] ontstaan.</ref>. Naarmate de koude periode langer duurt zullen de darmen van de bijen steeds voller worden, want ze ontlasten zich niet in de bijen-woning.
+
Als het in de winter koud is dan blijven de bijen binnen (en als het heel koud is op de [[wintertros]]). Om op temperatuur te blijven eten ze de voor de winter opgeslagen voedselvoorraad op. Afhankelijk van het type honing zitten hier meer of minder onverteerbare delen in<ref>Naast andere stoffen kan dat ook gaan om de omhulsels van [[stuifmeel]], waarvan de inhoud al dan niet door de honingbij is verteerd.</ref><ref>In het bij de [[inwintering]] gebruikte suikerwater zitten normaal gesproken maar weinig onverteerbare delen. Bovendien is [[onze honingbij]] er van nature - met haar erg rekbare [[endeldarm]] - natuurlijk wel op gebouwd dat ze voldoende afvalstoffen in haar darmen kan accepteren om een behoorlijke winterperiode door te komen. Door een combinatie van te veel afvalstoffen, een te lange winterperiode, en/of verstoringen kan er echter [[roer]] ontstaan.</ref>. Naarmate de koude periode langer duurt zullen de darmen van de bijen steeds voller worden, want ze ontlasten zich niet in de bijen-woning.
  
  

Huidige versie van 9 dec 2013 om 18:46

Deze honingbij is voor het ontlasten eerst rustig op een takje gaan zitten. Het is duidelijk dat het ontlasten inmiddels wel nodig was.

Als het in de winter koud is dan blijven de bijen binnen (en als het heel koud is op de wintertros). Om op temperatuur te blijven eten ze de voor de winter opgeslagen voedselvoorraad op. Afhankelijk van het type honing zitten hier meer of minder onverteerbare delen in[1][2]. Naarmate de koude periode langer duurt zullen de darmen van de bijen steeds voller worden, want ze ontlasten zich niet in de bijen-woning.


Op de langere termijn leidt dat natuurlijk tot ongemak. Zodra het weer het dan eindelijk weer toelaat, d.w.z. als de buitentemperatuur zo'n 8°C. of hoger is[3], zal het volk dan ook massaal naar buiten trekken om zich te ontlasten: de reinigingsvlucht.


De reinigingsvlucht kan voor de bijen zeer gevaarlijk zijn. Door de aandrang tot ontlating gaan de bijen eerder naar buiten dan ze wellicht anders zouden doen. Te sterke wind kan het terugvliegen naar de nestingang verhinderen. Sneeuw kan er (vooral bij sterke zonneschijn) toe leiden dat de bijen de lichtreflecties verkeerd interpreteren en onder voor boven aanzien. Ze vliegen dan met de rug naar beneden zo de sneeuw in. Hier raken ze natuurlijk snel onderkoeld en sterven.


De koningin zal niet aan de reinigingsvlucht mee doen. Ergens na de kortste dag is ze al weer aan de leg gegaan en haar achterlijf met eierstokken is in de tijd van de reinigingsvlucht meestal al weer zo zwaar dat ze niet kan vliegen. Verder is het zo dat de koningin uitsluitend wordt gevoerd met koninginnengelei dat nagenoeg geen onverteerbare delen heeft. Als ze wel moet poepen dan doet zij dat wel in de kast waarna de andere bijen dat opruimen.

Normaal gesproken tref je bij de reinigingsvlucht ook geen darren aan. Deze zijn meestal al voorafgaand aan de winter bij de darrenslacht buiten de deur gewerkt.


De buren van imkers zijn meestal niet zo blij met de reinigingsvlucht, want de poepjes kunnen goed zichtbaar terecht komen op hun auto’s en wasgoed (dat op zo’n mooie dag natuurlijk ook net voor het eerst weer eens buiten hangt). Gedurende de rest van het jaar ontlasten de bijen zich natuurlijk ook, maar het gebeurt dan niet met z'n allen tegelijk, en ook zijn de poepjes dan kleiner.


Dat op één bijenstal niet alle volken tegelijk op reinigingsvlucht gaan wordt beïnvloed door verschillende factoren warvan de optelsom bepaalt of het volk sneller of later is:

  • De verschillende groottes van de verschillende volken.
    • Een groter volk is vaak weer sneller opgewarmd dan een kleiner volk en zal sneller activiteit vertonen. Echter, een groter volk kan zichzelf ook gemakkelijker warm houden dan een klein volk en zal dus minder consumeren, en dus ook minder last hebben van de afvalstoffen.
  • De verschillende plaatsen van de bijen-behuizingen ten opzichte van het zonlicht.
  • De verschillende positionering van een volk binnenin een kast ten opzichte van de vliegopening.
    • Een volk in een te grote kast is hier ook al snel in het nadeel.
  • De verschillende afstamming van de volken.
    • Noordelijker ondersoorten van onze honingbij kunnen beter hun poep ophouden dan zuidelijker ondersoorten.

Oftewel, niet alle volken hebben even snel in de gaten dat de gelegenheid voor de reinigingsvlucht zich voordoet, en alle volken hebben het ook niet allemaal even nodig.


Voetnoten

  1. Naast andere stoffen kan dat ook gaan om de omhulsels van stuifmeel, waarvan de inhoud al dan niet door de honingbij is verteerd.
  2. In het bij de inwintering gebruikte suikerwater zitten normaal gesproken maar weinig onverteerbare delen. Bovendien is onze honingbij er van nature - met haar erg rekbare endeldarm - natuurlijk wel op gebouwd dat ze voldoende afvalstoffen in haar darmen kan accepteren om een behoorlijke winterperiode door te komen. Door een combinatie van te veel afvalstoffen, een te lange winterperiode, en/of verstoringen kan er echter roer ontstaan.
  3. In het voorjaar vliegen de bijen al bij lagere temperaturen dan in het najaar.