Roer: verschil tussen versies
Naar navigatie springen
Naar zoeken springen
k |
|||
Regel 1: | Regel 1: | ||
− | Bij '''roer''' zijn de bijen aan de diarree wegens overbelasting van de endeldarm | + | Bij '''roer''' zijn de bijen aan de diarree wegens overbelasting van de endeldarm. |
Omdat de ontlasting op de raten, latten, wanden, vliegplank en voorzijde van de kast geschied is er sprake van algehele vervuiling. | Omdat de ontlasting op de raten, latten, wanden, vliegplank en voorzijde van de kast geschied is er sprake van algehele vervuiling. | ||
Regel 5: | Regel 5: | ||
De bijen binnen een volk besmetten elkaar via de vervuilingen wel, maar roer bij het ene volk leidt niet tot roer bij buurvolken. | De bijen binnen een volk besmetten elkaar via de vervuilingen wel, maar roer bij het ene volk leidt niet tot roer bij buurvolken. | ||
+ | |||
+ | De volgende (combinatie van) omstandigheden kunnen leiden tot het ontstaan van roer: | ||
+ | * de lengte van de tijd waarin de bijen zich niet kunnen ontlasten, | ||
+ | * in het voer de concentratie van stoffen die niet door de bijen kunnen worden verteerd (de nectar van verschillen bloemsoorten verschilt in de concentratie van stoffen die niet door onze honingbij kunnen worden verteerd), | ||
+ | * verstoringen van het volk gedurende de winter aangezien deze tot grotere voedselopname kunnen leiden, | ||
+ | * de grootte van het volk: de bijen uit een kleiner volk moeten meer consumeren dan de bijen uit een groter volk om de wintertros op temperatuur te houden: | ||
+ | ** 8.000 bijen gemiddeld 4 mg per bij per dag | ||
+ | ** 15.000 bijen gemiddeld 3 mg per bij per dag | ||
+ | ** 25.000 bijen gemiddeld 2 mg per bij per dag<ref>J.J. Speelziek. Werkboek Bijen houden, vijfde, geheel herzienedruk, pagina 50.</ref> | ||
+ | * de verhouding tussen de grootte van de het bijenvolk en de grootte van de bijenbehuizing (gecombineerd met de isolatie van die bijenbehuizing). De wintertros verwarmt primair zichzelf, maar de uit de tros weglekken warmte leidt buiten die tros in een kleinere / goed geisoleerd bijenbehuizing uiteraard tot hogere temperaturen dan in een grotere / slecht geisoleerde bijenbehuizig. | ||
==Navigatie== | ==Navigatie== | ||
* Naar [[Bijenziekten en plagen|Overzicht Bijenziekten en plagen]]. | * Naar [[Bijenziekten en plagen|Overzicht Bijenziekten en plagen]]. | ||
+ | |||
+ | ==Voetnoten== | ||
+ | <references /> |
Huidige versie van 14 dec 2018 om 22:30
Bij roer zijn de bijen aan de diarree wegens overbelasting van de endeldarm.
Omdat de ontlasting op de raten, latten, wanden, vliegplank en voorzijde van de kast geschied is er sprake van algehele vervuiling.
De bijen binnen een volk besmetten elkaar via de vervuilingen wel, maar roer bij het ene volk leidt niet tot roer bij buurvolken.
De volgende (combinatie van) omstandigheden kunnen leiden tot het ontstaan van roer:
- de lengte van de tijd waarin de bijen zich niet kunnen ontlasten,
- in het voer de concentratie van stoffen die niet door de bijen kunnen worden verteerd (de nectar van verschillen bloemsoorten verschilt in de concentratie van stoffen die niet door onze honingbij kunnen worden verteerd),
- verstoringen van het volk gedurende de winter aangezien deze tot grotere voedselopname kunnen leiden,
- de grootte van het volk: de bijen uit een kleiner volk moeten meer consumeren dan de bijen uit een groter volk om de wintertros op temperatuur te houden:
- 8.000 bijen gemiddeld 4 mg per bij per dag
- 15.000 bijen gemiddeld 3 mg per bij per dag
- 25.000 bijen gemiddeld 2 mg per bij per dag[1]
- de verhouding tussen de grootte van de het bijenvolk en de grootte van de bijenbehuizing (gecombineerd met de isolatie van die bijenbehuizing). De wintertros verwarmt primair zichzelf, maar de uit de tros weglekken warmte leidt buiten die tros in een kleinere / goed geisoleerd bijenbehuizing uiteraard tot hogere temperaturen dan in een grotere / slecht geisoleerde bijenbehuizig.
Voetnoten
- ↑ J.J. Speelziek. Werkboek Bijen houden, vijfde, geheel herzienedruk, pagina 50.