Simplexkast: verschil tussen versies

Uit Imkerpedia
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Regel 11: Regel 11:
  
  
De Simplexkast kan met zijn breedte van 385 mm per kastdeel 10 simplexramen van ([[raatafstand|hart op hart]]) 38 mm bevatten. De extra ruimte van 5 mm is conform de extra benodigde [[bijenruimte]] (voor 11 ramen van hart op hart 35 mm is de simplexkast dus eigenlijk 5 mm te klein). Verder heeft de simplexkast een losse bodem, en (meestal) een opklapbare vliegplank, die tevens als afsluiting van het vlieggat kan functioneren.
+
De Simplexkast kan met zijn binnenbreedte van 385 mm per kastdeel 10 simplexramen van ([[raatafstand|hart op hart]]) 38 mm bevatten. De extra ruimte van 5 mm is conform de extra benodigde [[bijenruimte]].
 +
 
 +
De laatste jaren zijn er steeds meer bijenhouders die 11 ramen ([[raatafstand|hart op hart]] 35 mm) in hun simplex- of spaarkast doe. Hierdoor ontbreekt bij de buitenste ramen aan de kant van de kastwand een halve [[bijenruimte]]. In de praktijk lost zich dat dan wel weer op, maar het is niet optimaal.
 +
 
 +
 
 +
De simplexkast heeft een losse bodem, en (meestal) een opklapbare vliegplank, die tevens als afsluiting van het vlieggat kan functioneren.
  
  

Versie van 2 mrt 2010 11:07

Simplexkast.jpg

Omschrijving

De Simplexkast werd al ergens voor 1909 [1] door F. Aug.Kelting ontwikkeld en is naast de (van de deze kast afgeleide) Spaarkast en de Dadantkast een van de meest gebruikte kasten in Nederland.


De Simplexkast is gebaseerd op de reeds in 1890 ontwikkelde WBC-kast, een dubbelwandige kast die uitsluitend als tuinkast bedoeld is en veel uitstekende delen heeft. De Simplexkast is eveneens dubbelwandig, maar heeft weinig uitstekende delen waardoor er veel gemakkelijker mee kan worden gereisd.


Kelting heeft zich niet geheel aan de engelse raammaten van de WBC-kast gehouden waardoor het simplexraam net iets (een paar mm) groter is dan het standaard engelse raam.[2] De Simplexkast is genormaliseerd onder de hier te downloaden NEN 1061 gedateerd maart 1975, inclusief werktekeningen.


De Simplexkast kan met zijn binnenbreedte van 385 mm per kastdeel 10 simplexramen van (hart op hart) 38 mm bevatten. De extra ruimte van 5 mm is conform de extra benodigde bijenruimte.

De laatste jaren zijn er steeds meer bijenhouders die 11 ramen (hart op hart 35 mm) in hun simplex- of spaarkast doe. Hierdoor ontbreekt bij de buitenste ramen aan de kant van de kastwand een halve bijenruimte. In de praktijk lost zich dat dan wel weer op, maar het is niet optimaal.


De simplexkast heeft een losse bodem, en (meestal) een opklapbare vliegplank, die tevens als afsluiting van het vlieggat kan functioneren.


Bij Simplexkasten heeft met één broedbak niet voldoende ruimte voor het maximale broednest. Daarom moet er, zodra er ruimtegebrek in de broedkamer gaat ontstaan, een broedbak of honingkamer bijgeplaatst worden. Dit is niet uniek voor de Simplexkast (het geldt bijvoorbeeld ook voor de de Smith kast en vanzelfsprekend ook voor de Spaarkast).


De Verbeterde Simplexkast, ook bekend als de VS-kast, vloeide voort uit een in 1925 genomen initiatief van VBBN- Hoofdbestuurslid H.C.Versteeg.


Er zijn nog veel meer andere kasten ontwikkeld waar de ramen van de simplexkast in passen

Enkele voorbeelden:

Een kast met simplexramen is daardoor dus niet automatisch een Simplexkast.


Datering:

1908 - heden


Voorkomen:

in geheel Nederland


Voetnoten

  1. H.Stienstra, "De Handels-Bijenstand van den heer F. August Kelting te Santpoort. maandschrift voor bijenteelt, augustus 1909
  2. W.E.Asbeek Brusse. Afdeelingsberichten. maandschrift voor bijenteelt, juni 1933


Navigatie