Spreuken Uit de Bijbel
Want van honingzeem druipen de lippen der der vreemde vrouwen, gladder dan olie is haar gehemelte. Spreuken V : 3
Vriendelijke woorden zijn als honingzeem, zoet voor de ziel en medicijn voor het gebeente. Spreuken XVI : 24
Een vriendelijke uitspraak is een korf vol honing, zoet voor de ziel en gezond voor het lichaam. Spreuken XVI : 24
Eet honing, mijn zoon want dat is goed, honingzeem is zoet voor uw gehemelte; erken dat de wijsheid zo is voor uw ziel, als gij ze vindt, zoo zal er belooning wezen, en uwe verwachting zal niet afgesneden worden. Spreuken XXIV : 13
Mijn zoon, eet honing, dat is goed voor je, zoete honing streelt de tong. Spreuken XXIV : 13
Zie wijsheid als de honing voor je leven. Als je wijsheid vindt, heb je een toekomst, je hoop gaat niet verloren. Spreuken XXIV : 14
Hebt gij honing gevonden, eet zoveel als u voldoende is, opdat gij er niet te veel van krijgt en het uitspuwt. Spreuken XXV : 16
Als je honing hebt gevonden, eet dan niet meer dan goed voor je is, spaar je maag, anders braak je het uit. Spreuken XXV : 16
Veel honing eten is niet goed, maar het doorvorsen van zware dingen is een eer. Spreuken XXV : 27
Overmatig honing eten is niet goed, overmatig eer zoeken al evenmin. Spreuken XXV : 27
Een verzadigd mens vertreedt honingzeem, maar voor een hongerige is al het bittere zoet. Spreuken XXVII : 7
Wie genoeg te eten heeft, veracht de zoetste honing, voor wie honger heeft, is al het bittere zoet. Spreuken XXVII : 7
Daar zag hij dat zich in het kadaver een zwerm bijen had genesteld, en dat er honing in zat. Rechters XIV : 8
Van honingzeem druppelen uw lippen, bruid, honing en melk is onder uw tong. Hooglied IV : 11
Ik at mijn raat en mijn honing, ik drink mijn wijn en mijn melk. Hooglied V : 1
De Amorieten vervolgden de kinderen Israels als bijen. Deut. I : 44
Immanuel zal honing eten. Jesaja VII : 15
Op die dag zal de HEER de vliegen van de verste waterstromen van Egypte bijeenfluiten, en uit Assyrië een zwerm bijen. Jesaja VII : 18
Johannes de Doper voedde zich met sprinkhanen en wilde honing. Mattheus III : 4
Dood, waar is uw angel? Korintiers XV : 55
Ze zijn begeerlijker dan goud, dan fijn goud in overvloed, en zoeter dan honing, dan honing vers uit de raat. Psalm XIX : 11
Hoe kostelijk uw woorden te proeven, bij het zeggen zoeter dan honing. Psalm CXIIX : 103
Ze sloten mij in als een zwerm bijen, maar doofden snel als een vuur van dorens – ik weerstond ze met de naam van de HEER. Psalm CIXX : 12
Een vijand smeert je honing om de mond, maar in zijn hart graaft hij een valkuil voor je. Sir XII : 16
Een vijand huilt tranen met tuiten, maar als hij de kans krijgt drinkt hij je bloed. Sir XII : 16
Want denken aan mij is zoeter dan honing, mij bezitten zoeter dan een honingraat. Sir XXIV : 20
De eerste levensbehoeften van een mens zijn water, vuur, ijzer en zout, tarwebloem, melk en honing, druivensap, olijfolie en kleding. Sir XXXIX : 26
Een bij is maar nietig al het vliegt. Maar wat zij voortbrengt overtreft al het andere. ???
Het beloofde land is "een land overvloeiend van melk en honing." Exodus XIII : 5;3-8,17
opm; waar twee maal de tekst is omschreven is de tweede de nieuwste bijbelvertaling.