Spreuken Uit de Bijbel

Uit Imkerpedia
Versie door Gerard B.W. Vos (overleg | bijdragen) op 3 dec 2009 om 14:45
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
The printable version is no longer supported and may have rendering errors. Please update your browser bookmarks and please use the default browser print function instead.

Want van honingzeem druipen de lippen der der vreemde vrouwen, gladder dan olie is haar gehemelte. Spreuken V : 3


Vriendelijke woorden zijn als honingzeem, zoet voor de ziel en medicijn voor het gebeente. Spreuken XVI : 24

Een vriendelijke uitspraak is een korf vol honing, zoet voor de ziel en gezond voor het lichaam. Spreuken XVI : 24


Eet honing, mijn zoon want dat is goed, honingzeem is zoet voor uw gehemelte; erken dat de wijsheid zo is voor uw ziel, als gij ze vindt, zoo zal er belooning wezen, en uwe verwachting zal niet afgesneden worden. Spreuken XXIV : 13


Mijn zoon, eet honing, dat is goed voor je, zoete honing streelt de tong. Spreuken XXIV : 13


Zie wijsheid als de honing voor je leven. Als je wijsheid vindt, heb je een toekomst, je hoop gaat niet verloren. Spreuken XXIV : 14


Hebt gij honing gevonden, eet zoveel als u voldoende is, opdat gij er niet te veel van krijgt en het uitspuwt. Spreuken XXV : 16

Als je honing hebt gevonden, eet dan niet meer dan goed voor je is, spaar je maag, anders braak je het uit. Spreuken XXV : 16


Veel honing eten is niet goed, maar het doorvorsen van zware dingen is een eer. Spreuken XXV : 27

Overmatig honing eten is niet goed, overmatig eer zoeken al evenmin. Spreuken XXV : 27


Een verzadigd mens vertreedt honingzeem, maar voor een hongerige is al het bittere zoet. Spreuken XXVII : 7

Wie genoeg te eten heeft, veracht de zoetste honing, voor wie honger heeft, is al het bittere zoet. Spreuken XXVII : 7


Daar zag hij dat zich in het kadaver een zwerm bijen had genesteld, en dat er honing in zat. Rechters XIV : 8


Van honingzeem druppelen uw lippen, bruid, honing en melk is onder uw tong. Hooglied IV : 11


Ik at mijn raat en mijn honing, ik drink mijn wijn en mijn melk. Hooglied V : 1


De Amorieten vervolgden de kinderen Israels als bijen. Deut. I : 44


Immanuel zal honing eten. Jesaja VII : 15


Op die dag zal de HEER de vliegen van de verste waterstromen van Egypte bijeenfluiten, en uit Assyrië een zwerm bijen. Jesaja VII : 18


Johannes de Doper voedde zich met sprinkhanen en wilde honing. Mattheus III : 4


Dood, waar is uw angel? Korintiers XV : 55


Ze zijn begeerlijker dan goud, dan fijn goud in overvloed, en zoeter dan honing, dan honing vers uit de raat. Psalm XIX : 11


Hoe kostelijk uw woorden te proeven, bij het zeggen zoeter dan honing. Psalm CXIIX : 103


Ze sloten mij in als een zwerm bijen, maar doofden snel als een vuur van dorens – ik weerstond ze met de naam van de HEER. Psalm CIXX : 12


Een vijand smeert je honing om de mond, maar in zijn hart graaft hij een valkuil voor je. Sir XII : 16

Een vijand huilt tranen met tuiten, maar als hij de kans krijgt drinkt hij je bloed. Sir XII : 16


Want denken aan mij is zoeter dan honing, mij bezitten zoeter dan een honingraat. Sir XXIV : 20


De eerste levensbehoeften van een mens zijn water, vuur, ijzer en zout, tarwebloem, melk en honing, druivensap, olijfolie en kleding. Sir XXXIX : 26


Een bij is maar nietig al het vliegt. Maar wat zij voortbrengt overtreft al het andere. ???


Het beloofde land is "een land overvloeiend van melk en honing." Exodus XIII : 5;3-8,17


opm; waar twee maal de tekst is omschreven is de tweede de nieuwste bijbelvertaling.


Meerdere spreuken, gezegdes en imkerwijsheden zijn te vinden op: