Stinkende gouwe

Uit Imkerpedia
Versie door Webmaster (overleg | bijdragen) op 13 jan 2017 om 22:51
(wijz) ← Oudere versie | Huidige versie (wijz) | Nieuwere versie → (wijz)
Naar navigatie springen Naar zoeken springen

(Latijnse naam: Chelidonium majus)

Later in het jaar: tegelijkertijd bloemen en "boontjes" met zaad.

Omschrijving en kenmerken

De algemeen voorkomende Stinkende gouwe is (evenals bijvoorbeeld de grote klaproos) een soort uit de papaverfamilie.


De Stinkende gouwe is een bladverliezende vaste plant met een lange bloeiperiode waarbij, later in het jaar, de zaden uit vroegere bloei tegelijkertijd met de latere bloei kunnen voorkomen. De zaden zitten in uiterst smalle boontje (zie afbeelding).


"Stinkende" slaat waarschijnlijk op de wat muffe geur van de plant, en "gouwe" (van goudgeel) verwijst waarschijnlijk naar het opvallende oranje-gele sap dat vrij komt bij het breken van stengel of wortel.


Stinkende gouwe bevat veel giftige stoffen die een verdovende werking hebben! In de tuin kun je de stinkende gouwe dan ook het beste met handschoenen aanpakken.

In de farmaceutische industrie wordt Stinkende gouwe gebruikt als grondstof voor geneesmiddelen tegen astma en maag- en galziekten.

Vroeger werd het sap van de Stinkende gouwe tegen allerlei kwalen gebruikt. Bijvoorbeeld ter bestrijding van wratten: meerdere malen per dag moest vers sap op de wrat worden gesmeerd. In veel regionale benamingen van de Stinkende gouwe (zie onderstaand) herken je nog steeds die (maar ook andere) toepassing(en).


De zaden van de Stinkende gouwe hebben een wit aanhangsel - mierenbroodjes - dat graag door mieren wordt gegeten. De mieren verslepen daarom die zaden, en helpen aldus mee aan de verdere verspreiding ervan.


Je kunt nieuwe plantjes van dit kruid in de herfst zaaien of de oude in het voorjaar scheuren. Vanwege de algemene voorkomendheid zal het in de winkel (net zo min als bijvoorbeeld de paardenbloem) niet verkrijgbaar zijn.


  • Regionale benamingen Nederland: Galkruud (Nijverdal); Oognkloar (Bathmen, Hardenberg, Haaksbergen, Nijverdal, Wijhe); Oogntroost (Glanerbrug, Raalte, Tubbergen); Oogplantje (Hellendoorn); Wratndoder (Nijverdal); Wratnkroed (Wierden); Wretnkruud (Hengevelde).
  • Regionale benamingen Vlaanderen: Goudkruid; Ogenklaar; Schellekruid; Vergefkruid; Wrattenkruid; Zwaluwkruid.
  • Bloeiperiode: mei - oktober
  • Grootte: tot 70 centimeter hoog
  • Bevlieging door honingbijen: (p)3
  • Kleur stuifmeel: geel


Onderstaande opnamen zijn van 13 augustus 2011 te Apeldoorn


Verwijzingen en bronnen