Stro

Uit Imkerpedia
Naar navigatie springen Naar zoeken springen
Een zeis (de grote) en een zicht. Foto: Dick van Leeuwen.

De stro die gebruikt wordt voor het vlechten van korven is roggestro.


Stro moet pas worden gemaaid als het mooi afgerijpt is en het stro goudgeel en gortdroog, anders is het stro schimmelgevoelig.

Rogge maai je met de zicht. Een zicht lijkt op een zeis, maar een zeis is zo'n 180 cm lang en met twee handen bedienen, terwijl een zicht 100 zm lang is en met 1 hand te bedienen.

De maaier heeft in de ene hand de zicht en in de andere hand de pikhaak om het stro goed te leggen. Hierna bundelt de volgende persoon het stro tot een schoof. Vanwege de schimmelgevoeligheid moet geoogste stro altijd rechtop worden bewaard. Daartoe worden meerdere schoven tegen elkaar gezet om te drogen en later (als er tijd was) pas te dorsen.


Er is zomer- en winterrogge, de stengels van de winterrogge zijn steviger.


De bijenruimte is beter toe te passen bij steviger materialen zoals hout. Toch bleef men na de ontdekking van de bijenruimte nog lang imkeren met uit stro gemaakte korven. Aan de ene kant was dit wellicht zo omdat "men het altijd zo had gedaan", maar aan de andere kant is stro ook veel goedkoper dan hout. In sommige korven (zoals bijvoorbeeld de Gravenhorster boogkorf) werd de bijenruimte wel toegepast. De korfkast is een mengeling van kast en strokorf.