Suikerdeeg

Suikerdeeg, voederdeeg, apifonda: deze termen worden door imkers meestal door elkaar gebruikt. Afgezien van de verschillen hebben ze het dan in alle gevallen hebben over een deeg dat in plaats van meel vooral uit suikers bestaat.

Als er dan een keertje wel verschil wordt gemaakt dan:

• is voederdeeg een suikerdeeg met net nog iets extra's (zoals stuifmeel of honing), en
• is apifonda een in de handel verkrijgbare suikerdeeg dat uit micro-fijne kristallen bestaat, die door een dunne stroopfilm van invertsuikers worden omgeven, en voor wat betreft de droge substantie de volgende samenstelling heeft:
  • Saccharose max. 83%
  • Dextrose ca. 5,5%
  • Fructose ca. 3.5%
  • Maltose ca. 2,5%
  • höhere Zucker ca. 8,0%
  • het enzym invertase.

Voorbeelden van zelf maken:

• Suikerdeeg: suikerpoeder aanlengen met een heel klein beetje water, en dan kneden.
• Voederdeeg: 10 kg suikerpoeder samenvoegen bij 3 kg honing, en dan kneden (je kunt natuurlijk experimenteren met de verhoudingen - alle honing is ook niet hetzelfde).

Als je suikerwater voert dan wordt dat (onder de juiste klimatologische omstandigheden) vlot door de bijen in de raat opgeslagen, bij deeg gaat dat veel trager. Inwinteren doe je daarom bij voorkeur vlot met suikerwater, terwijl je deeg (of borstplaat) juist goed kunt gebruiken om in de winter bij te voeren (als plots blijkt dat een volk tekort heeft).

Het inwinteren met deeg kan wel handig zijn in situaties waarin er nog voldoende tijd is om in te winteren, en de volken ver weg staan. Het is dan gemakkelijk dat je ineens (in een verder goed afgesloten pak) een heleboel deeg kunt aanbieden.

Deeg is (evenals losse kristalsuiker) ook uitermate geschikt om aan de bijen te geven als de dracht ongewis is. Als er geen dracht is dan verhongeren de bijen niet, is er wel dracht: zuivere honing.